Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Van Koster's kleding naar Mooiman mode

Fahrenheitstraat/Thomsonlaan Drie generaties Mooiman in de winkel aan de Thomsonlaan.

VAN KOSTER’S KLEDING NAAR MOOIMAN MODE

Verhaal van Arie Mooiman

“Ik kom uit een generatie van kleermakers. Mijn opa was kleermaker in Scheveningen. Hij maakte bonkertjes met fluwelen kragen voor de Scheveningse vissers. Hij had tien kinderen waarvan er één toch echt kleermaker moest worden. Dat was mijn vader Jacobus Mooiman.”

Thomsonlaan 128
Herenmode



Fahrenheitstraat/Thomsonlaan Van maatkleding tot confectie.

“Het kleermakersvak leerde hij op de vakschool voor kleermakers in de Kazernestraat. Eerst werkte hij bij de firma Dijkholf daarna bij Meddens.
Hij werd een uitstekend vakman en deed veel zwartwerk thuis in de Wieringsestraat. Dat heeft niets met de belastingen te maken: hij maakte toga’s voor rechters en predikanten.
Was het werk af, dan deed hij het in een kleedje, reed met lijn 3 vanaf het Markenseplein naar de stad. Hij moest dan via de achteringang bij Meddens naar binnen en dan naar boven om het werk af te leveren. De directeur zelf keek het werk persoonlijk na.”
“Mijn vader (een gezaghebbend man) wilde graag dat ik naar de kleermakersvakschool ging. Dus ook ik had de eer om de vakschool 4 jaar lang te bezoeken Daar stond een grote tafel. In klas 1, ik was twaalf jaar oud, zat ik met elf anderen met gekruiste benen op de tafel met een lapje waarop we de stiksteek en de kruissteek oefenden, totdat we uiteindelijk een korte broek mochten maken. Dat viel in het begin niet mee als linkshandige moest ik rechtshandig leren werken. De leraar nam het werk mee naar huis, alwaar hij het verkocht!”

Jacquet

Fahrenheitstraat/Thomsonlaan Veel ‘zwartwerk’ voor de Westduinkerk.

“Als je vier klassen had doorlopen dan kon je een jacquet maken. Dat was je eindwerkstuk en dan had je het diploma A gehaald. Het meestersdiploma moest in de avonduren worden gehaald. Ik ging met studiegenoten naar Utrecht, waar het diploma B werd gehaald. Vervolgens leerde je nog snijden en kreeg je het coupeursdiploma.
Op je zestiende ging je dan werken en mijn vader wist een goede patroon, de heer Koster in de Acaciastraat, een vriendelijk en geduldig vakman. Gekleed in een plus-four met trui stapte ik binnen en werkte samen met de kleermaker en de naaister. Je denkt dan heel wat te kunnen, maar dat viel tegen. De heer Koster leerde mij de fijne kneepjes van het vak. De techniek was er wel, maar ik had nog geen snelheid. Een zak inzetten mocht maar een kwartier duren evenals het aanzetten van een kraag. In zesendertig uur moest een colbert klaar zijn.”

Fahrenheitstraat/Thomsonlaan Vader en zoon nemen elkaar de maat!

Meisje

“Op een dag kwam er een meisje boven kijken wie die nieuwe jongen was die voor haar vader werkte. Ati (want zo heette ze) en haar familie was van dezelfde kerk (Westduinkerk) en zij was lid van Die Haghe, gymnastiekvereniging. We raakten aan de praat en toen heb ik haar beloofd om naar een opvoering op het Goudenregenplein te gaan kijken. Zo kregen we verkering. Samen met Ati heb ik het middenstandsdiploma gehaald, om ooit een eigen zaak te beginnen We woonden in op de Troelstrakade en daar is mijn eerste zoon Koos geboren.”

“Vader Koster ging minder werken en wij wilden voor onszelf beginnen. Er stond een pand te huur, maar van wie het was was onbekend. Het bleek van de heer Oosterom te zijn die maatkleding maakte. Er volgde een gesprek en we kregen de kans de zaak te huren. De eerste etalages werden gevuld met stoffen, omdat we alleen kleding maakten, stukje bij beetje kwam de confectie erbij.”

Valpartij

“Er werden nog twee zoons geboren. Ati deed veel voor de zaak, stond in de winkel en ik deed het naaiwerk in de kelder. Op een dag liep ik met een stapel broeken de trap af, liet een broek vallen en stapte er vervolgens op. Gevolg: een enorme valpartij, eindigend tegen de verwarming. Een periode in het ziekenhuis volgde.
“Koos, die in militaire dienst zat, bij de Marine, werd uiteindelijk vroegtijdig uit de dienst ontslagen om zijn moeder te helpen met de winkel. Na de havo heeft hij zijn middenstandsdiploma gehaald, maar als bijwerk kon hij het niet doen. Hij heeft de zaak overgenomen en uitgebouwd tot wat het nu is. We hebben veel vaste klanten: ik zit al vijftig jaar in een mannenkoor waar ik goede relaties mee heb opgebouwd.”

“Het was hard werken in het vak. De werkomstandigheden zijn nu stukken beter. Mijn vader zat nog op een zolderkamer te werken, terwijl er om hem heen stevig werd gerookt. Wij startten in 1958 met onze zaak voor Maatkleding en Confectie en nu na vele verbouwingen is Mooiman Mode een hedendaagse zaak van mijn zoon Koos, met een leuke klantenkring.”

“De tijden zijn veranderd. De vaste loop die je vroeger in de Thomsonlaan had is er uit.
Vader Koster heeft tot zijn 84e jaar op de kleermakerij geholpen en ik ben tot op heden zijn opvolger.”