Dierenwinkel Zandvliet aan de Thomsonlaan sinds 1924
Verhaal van Piet Bakker
“Tijdens mijn jeugd woonde ik in Rijswijk. Mijn vader was slager en ons gezin bestond uit vader, moeder en zeven kinderen.”
Dierenwinkel
“Mijn grootvader had in de vijftiger jaren een winkel aan de Thomsonlaan. Ik, Piet ging naar school in de Aucubastraat in Den Haag en was dus veel bij mijn grootouders. Na schooltijd hielp ik met het rondbrengen van de bestellingen. In 1957 was ik dertien jaar oud en rolde langzaamaan in de zaak, omdat er verder in de familie geen opvolger te vinden was.”
“Grootvaders grootste hobby was in 1924 het houden van valk- en heivogels. Hij werkte als meubelmaker bij Frans Mutters (gevestigd aan het Piet Heinplein), maar in zijn vrije tijd reisde hij het hele land door om vogels te keuren. In de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw kweekte hij de beste zangers en kleurkanaries. Hij had zelfs witte en zwarte (leigrijze) varianten, die hij exporteerde naar Nederlands Indië en Zuid-Amerika.”
Meubelzaken
“Mijn overgrootvader had drie meubelzaken aan de Paul Krugerlaan en een meubelfabriek, maar door de crisis in de jaren ’20 moest hij de boel verkopen. Van de laatste centen heeft hij toen het pand aan de Thomsonlaan gekocht. Om zo zuinig mogelijk te leven gingen mijn grootmoeder en tante inwonen en toen de zaken beter gingen en ieder op zichzelf ging wonen kon de zaak uitgebreid worden. ’s Winters deed grootvader altijd de keuringen terwijl grootmoeder in de winkel de verkoop deed. Omdat er voor de eerste Wereldoorlog nog geen vertier was van radio en tv hadden de kanariekwekers succes met hun vogeltjes. Zij kweekten niet alleen geweldige zangers maar leerden ze ook melodietjes van bekende liedjes te fluiten, bij voorbeeld ‘Knaapje zag een roosje staan’.
Zelfs in de oorlog deed grootvader nog zaken, door zaden te malen en zand uit de kelder op te graven en als vogelzand te verkopen. Grootvader was een norse man en werd soms door klanten gemeden, maar als grootmoeder in de winkel aanwezig was stapte men makkelijker naar binnen.”
Kleurenblind
“In 1969 heb ik de winkel overgenomen. Ikzelf had niks met kanaries, ik ben zelfs a-muzikaal en kleurenblind dus kon ik de schoonheid van de vogels niet echt waarderen. Ik ging dan ook andere producten verkopen In het begin waren er maar twee hondenvoermerken: Felix en Bonzo, maar er kwamen ook Amerikaanse merken op de markt. Grootvader had het niet zo op nieuwigheden en was het met mijn beleid niet altijd eens. Hij heeft wel eens door mij bestelde goederen regelrecht teruggegeven aan de vervoerder, omdat hij die onzin niet in de winkel wilde.”
“Ondanks de concurrentie van dierenspeciaalketens kan ik een goede boterham verdienen doordat ik in de loop der jaren een vaste klantenkring heb opgebouwd, die ik behoudt door een bepaalde service te verlenen. Na sluitingstijd krijgen vaste, oude klanten steevast hun zware zakken voer e.d. thuisbezorgd. Naast de verkoop van producten geven mijn vrouw en ik ook advies aan de klanten. De dierenarts wordt vaak te duur bevonden en in de loop der jaren hebben wij voldoendekennis en ervaring opgedaan met het oplossen van kleine ongemakken bij huisdieren. Mijn vrouw heeft zich vooral verdiept in de homeopatie voor huisdieren.”
Hondenbiscuits
“Tegenwoordig worden er veel luxeartikelen op de markt gebracht. Wij tasten eerst de markt af voordat er nieuwe producten in de winkel worden aangeboden. Zelfs naar hondenbisquits (15 stuks voor € 10,00) voor de kerst blijkt anno 2008 vraag te zijn!”