Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Daar moeten jullie nu es iets aan doen!

Hoe Dolle Mina het duingebied redde

Op een avond in 1970 rende ik bij mijn moeder binnen en riep: "Mam heb je nog ouwe lakens?" (Die waren nodig voor spandoeken...) Waarop mijn moeder (feministisch medestandster en altijd makkelijk) zei: "Tuurlijk kind, ga maar kijken!" Met mijn arm vol kwam ik beneden, waar mijn moeder inmiddels de krant van 25 april had gepakt, die voor mijn neus hield en sprak: "Moet je nou es kijken, wat ze willen gaan doen… een weg aanleggen dwars door de duinen! Dáár moeten jullie nu es iets aan doen!"
Ik: "Laat lezen, mam." Het stond er echt: AANLEG DUINWEG VRIJWEL ZEKER. Ik was geschokt (ons mooie duingebied zou verpest worden) en zei: "Je hebt gelijk mam."



IN ACTIE
Dezelfde avond nog belde ik strijdmakker Wil om te overleggen over actie hiertegen. Ze was het helemaal met me eens en sprak de gedenkwaardige woorden: "Nou dan ga je dat toch gewoon doen." Punt. En zo was het ook bij Dolle Mina; als je je ergens over opwond, dan ging je zelf aan de slag en zocht je medestanders. Ik besefte, dat een actie tegen een weg nou niet direct gezien zou worden als een project van Dolle Mina. Ook bij Dolle Mina zelf heb ik het moeten verdedigen met als motivatie: vrouwen maken vijftig procent uit van de wereldbevolking en moeten zich dus met hun volledige vijftig procent inzetten om maatschappelijke problemen aan te pakken.

Ik ging me inlezen over de geschiedenis van deze weg (Provinciale weg nr. 1) en zocht contact met andere groepen, zoals o.a. de Kabouters Den Haag. Op 6 mei besloten we om op eerste pinksterdag, 17 mei, een demonstratieve wandeltocht te organiseren van Scheveningen naar Meijendel. Of ik het als initiatiefneemster ging organiseren... Natuurlijk vond ik dat ik dat moest doen, maar ik realiseerde me op dat moment totaal niet de consequenties van mijn toezegging. 'Nog maar tien dagen om de actie te organiseren…'  Daar wilde ik niet aan denken, besloot er totaal voor te gaan en ging aan mijn bureautje zitten met vóór me mijn schrijfmachine en náást me de telefoon. Ik had een enorme 'drive' en dat kwam omdat ik gewoon woedend was over de plannen. Eigenlijk heb ik er maar niet bij stilgestaan dat ik het in mijn eentje moest organiseren, maar het bleek wel een eenzame opgave van tien dagen continu-arbeid. Maar ik was bevlogen en vooral naïef. En dat werkte in mijn voordeel.

Nadat ik lijsten had gemaakt van personen, organisaties, (actie)groepen, verenigingen, wetenschappers, etc. begon ik al die mensen te bellen en te schrijven, persberichten te maken over eerste pinksterdag, uitnodigingen rond te sturen aan verantwoordelijke ministers en gedeputeerden en ik vroeg vergunningen aan. Kranten plaatsten de berichten, er kwam weer wat discussie los, andere tegenstanders van de weg sloten zich bij de actie aan. Ik nodigde sprekers uit om op Meijendel aanwezig te zijn. Het begon aardig te lopen. Maar ik besefte wel dat er in de bovenste regionen, waar de beslissingen genomen werden, ook wat moest gebeuren. En omdat ik inmiddels wist, dat er veel zou afhangen van een advies van de Raad van State en ik niet te beroerd was om alles in de strijd te gooien, besloot ik oud-minister-president Drees te bellen. Ik wist dat hij goede relaties onderhield met een invloedrijk Statenlid en dat zijn zoon (DS'70-er) zich ook zorgen maakte over de natuur en het milieu (het rapport van de club van Rome was net uit).

De oude Drees was strijdmakker geweest van mijn opa, die jong was overleden in de oorlog en aangezien in deze strijd alles geoorloofd was, besloot ik hem als 'binnenkomer' te gebruiken. Toen ik me voorstelde als de kleindochter van Piet Moltmaker vond Drees het heel leuk om diens kleindochter aan de lijn te hebben en liet me uitleggen waarover ik belde. Ik vroeg of we langs mochten komen om er meer informatie over te geven en dat vond hij een prima idee. De afspraak was op een zonnige ochtend op 11 mei en ik had aan de belanghebbenden van de Duinwaterleiding laten weten wat het plan was. Voordat we (drie Dolle Mina's) bij Drees naar binnen stapten, hadden we een ontmoeting met twee vertegenwoordigers van de Duinwaterleiding. Op de hoek van de Beeklaan smeekten ze me om door te gaan met de actie: "Want wij kunnen niets meer doen.." Eenmaal binnen bij de bejaarde politicus in ruste heb ik bij de thee met het Mariakaakje (en ná opa) de koe bij de horens gevat en uitgelegd wat wij van deze zaak vonden. Drees luisterde zeer serieus, vond ons een stel mallotige meiden, maar zegde toe dat hij z'n best zou doen. Hoera!



DE (EERSTE) GROTE DAG
Op 17 mei, eerste pinksterdag, na een waanzinnige tien dagen was het me zwaar te moede. Had ik alles goed geregeld? Zouden er überhaupt wel mensen komen opdagen?  Maar toen ik op een vroeg tijdstip arriveerde op een zonnig Gevers Deijnootplein, zag ik langzaam maar zeker stromen mensen onze kant opkomen, wel of niet voorzien van spandoeken, borden met leuzen ('Liever brem dan berm', 'Randgebied rampgebied?'). De menigte groeide en groeide maar en werd met open mond aangegaapt door honderden buitenlandse toeristen en dagjesmensen die we uitleg moesten geven over wat hier aan de hand was. Ten slotte werd het een enorme menigte en liepen we in een eindeloze stoet met ook allerlei coryfeeën zoals professor Mazure, oud-voorzitter van de Kamer (toen al over de 80), een Haagse wethouder en gemeenteraadsleden, een gedeputeerde, leden van de Provinciale Staten, wetenschappers, biologen, maar ook gewoon verontwaardigde burgers met hun kinderen. Ik liep mee als in een droom. Het had gewerkt! Het eindpunt op Meijendel was de speelweide tegenover de boerderij. Er was een klein podium opgesteld voor de sprekers en we hadden petities bij ons en handtekeningenlijsten.

Onze argumenten tegen aanleg van de weg waren:
- de benauwende toename van de milieuvervuiling
- alweer een weg zou dit laatste natuurgebied voor 2 à 3 miljoen mensen volkomen verknoeien
- de watervoorziening voor ca. 22 gemeenten werd ernstig bedreigd.
- je lost het verkeersprobleem niet op door alsmaar nieuwe wegen aan te leggen.

Een voorzichtige telling gaf ongeveer 1500 mensen aan.
Er waren vijf sprekers, die ieder vanuit hun eigen standpunt met vuur spraken. Bij Dolle Mina was ik niet het type woordvoerder, maar bij deze actie kon ik er niet onder uit. Dus tot slot hield ik namens Dolle Mina een korte pinnige toespraak. Nooit heb ik vergeten hoe daar aan het eind van de speelweide mijn moeder naar me zat te glimmen…

EN NU VERDER
Echter: de verantwoordelijke politici schitterden door afwezigheid. Dachten ze dat het zo'n vaart wel niet zou lopen? De kranten schonken in ieder geval grote aandacht aan de actie. Inmiddels hadden we een actiecomité gevormd. De verantwoordelijke ministers kregen een pittig briefje en we kregen gedaan dat we uitgenodigd werden door vier ministers, een staatssecretaris en de commissaris van de koningin in Zuid-Holland. Daarbij boden we hen de petitie aan vergezeld van een bosje (duin)bloemen met daarbij een kaartje 'WIJ ZIJN NOG ECHT!'. Voor het eerst werd er over milieu gesproken als men het over deze weg had!

Wat waren de gevolgen van de actie: publiciteit op de tv, radio, krantenartikelen, discussiestukken, etc. Dolle Mina had er een groep bij gekregen, milieuhygiëne (zo heette dat toen nog). Dat het toch wel nieuw en voor sommige mannen ongehoord was dat een vrouw en dan nog wel een Dolle Mina zich met deze zaken bezighield, bleek toen de werkgroep Milieubeheer uit Leiden (inmiddels bij ons aangesloten) op 30 mei een excursie door het duingebied organiseerde voor tegen- en voorstanders: Dolle Mina werd niet uitgenodigd! Illustratief voor de mentaliteit van sommige mannen, vonden wij. Onder enige dwang werd Dolle Mina tenslotte toch uitgenodigd…



Doorgaan en doorzetten was nu het motto in de maand juni en ervoor zorgen, dat door onze (soms hinderlijke) aanwezigheid de kwestie in de publiciteit bleef. We wisten precies wanneer 'De Duinweg' op de politieke agenda stond en wandelden gewoon binnen met steeds een klein groepje. Op 3 en 13 juni deden we dat bij vergaderingen van de Provinciale Staten en overhandigden we een stencil met onze petitie en het al vermelde bosje bloemen met tekst. Tussendoor bezochten we op 5 juni een hoorzitting over 'De Weg' voor de burgers van Wassenaar. Wassenaar was vóór de weg en ik vroeg daar of men dacht dat de milieuvervuiling zou stoppen bij de grens van Wassenaar. Waarop Dolle Mina op minder aangename wijze werd toegesproken door toenmalig burgemeester Geertsema ("Openbaar vervoer wordt toch alleen maar door werksters gebruikt...") en ons werd verzocht de zaal te verlaten. Op 11 juni was er een openbare hoorzitting van de Raad van State, waar Dolle Mina en een afgevaardigde van de werkgroep Milieubeheer uit Leiden werden uitgenodigd. Weer overhandigden wij onze petitie met een bosje rozen met de tekst 'Wij zijn nog echt!' Uit ons korte gesprek met leden van de Raad van State proefden we dat ze sympathiek tegenover ons streven stonden. Door de demonstratie, de acties met verrassingseffecten en alle publiciteit die we kregen, was de zaak als het ware losgetrild. Men ging er anders naar kijken.

Er waren nieuwe argumenten:
" Spaar een natuurgebied dat voor drie miljoen mensen verschrikkelijk belangrijk is, dat kostbaar waterwingebied is. Het is een schaars goed, dus in economische termen zeer kostbaar" aldus Roefie Hueting, die als eerste econoom de economische waarde had berekend van een natuurgebied zoals dit.
 
Het was nieuw dat vrouwen en dan nog wel Dolle Mina's zich met zo'n zaak bemoeiden. Dat genereerde een enorme publiciteit en daar maakten we behoorlijk gebruik van. Er verschenen allerlei publicaties in kranten. Maar… het advies van de Raad van State was nog steeds niet bekend. De Provinciale Staten zouden de weg opnieuw bekijken. Dit resulteerde in een openbare vergadering van Provinciale Staten op 21 september, waarin twee adviescolleges uit de Staten aan het woord kwamen. Deze keer boden we namens het actiecomité twee roosjes aan: een échte en één van plastic met op het kaartje: 'ER IS NOG KEUS!' In onze tekst riepen we de statenleden op - na een citaat uit de troonrede over de noodzaak van natuurbescherming - een uitspraak in ons áller belang te doen, niet alleen in het belang van bedrijfsleven en wegverkeer. Hier bleek het niet openbaar gegeven advies van de Raad van State bekend te zijn, namelijk tégen! Het uiteindelijke besluit toen was: de weg voorlopig vijf jaar de diepvries in. Een gigantisch succes!



DOORZETTEN
Maaaar . . . de komende tijd bleven we alle berichten hierover met argusogen volgen. Laten zien dat je wilde volhouden, dat vonden wij nodig. Dat werd een actie met spandoek naar de Tweede Kamer. Ik had een spandoek met tekst onder mijn jas opgerold en zag er zodoende hoogzwanger uit. Met een paar vrouwen klommen we naar de publieke tribune en liepen naar de balustrade. Daar deed ik mijn jas open en rolde het spandoek naar beneden met de tekst: 'U KUNT NOG KIEZEN!' Die gezichten beneden in de zaal… Pikant detail: de enige toehoorder boven, een jonge gehoorzame apparatsjik van de PvdA, werd woedend op ons en voegde ons van alles toe. We hebben hem uitgelachen. Enfin.
De actiegroep milieuhygiëne van Dolle Mina was inmiddels een feit en van daaruit organiseerden we ook andere acties, bijv. tegen 'zwakzinnige' wasmiddelenreclames.

Op een avond in december 1970 was een groepje bij elkaar in huize De Boer. Jaap de Boer kwam met het idee om het geraamte van een gevonden dood vogeltje goud te spuiten, prachtig te verpakken in paars fluweel en als kerstversiering naar Minister Bakker (Verkeer en Waterstaat) te sturen. Omdat deze minister van de ARP (de toenmalige Antirevolutionaire Partij) was, vond ik dat er een passende Bijbelspreuk bij moest. Na een hele avond zoeken werd dat:'De weg des dwazen is recht in zijne ogen, maar wie naar raad hoort is wijs' (Spreuken van Salomo). Na ons persbericht hierover was het voorpaginanieuws.
 
Vanaf begin 1971 werd het wat rustiger aan het Duinwegfront en hield ik me bezig met andere Dolle Mina-acties. Maar zo tegen mei 1971 kreeg ik het verzoek om weer een actie tegen de Duinweg te organiseren, anders was men bang dat de weg uiteindelijk toch aangelegd zou worden. Ik deelde die mening wel, maar zag er vreselijk tegenop, omdat ik van de vorige keer wist hoeveel werk het was. Toen de druk op mij groter werd, heb ik me toch laten overhalen op voorwaarde dat ik het niet alleen zou doen. Dat laatste bleek 'wishful thinking'. Er waren groepen die wilden meedoen, maar ik moest ze allemaal mobiliseren en (bijna) alles zelf organiseren. Gelukkig had ik meer tijd dan de vorige keer, nog drie weken tot aan eerste pinksterdag 30 mei 1971. Het zou een demonstratieve wandel-fietstocht worden met als inzet totale verwerping van alle plannen die dit gebied zouden aantasten.

Omdat de kwestie inmiddels meer bekend was, kon ik grotere groepen bereiken dan het jaar daarvoor. Dat werden fietsers vanuit het Binnenhof, Leiden, Voorschoten, Wassenaar en Leidschendam, wandelaars vanuit Scheveningen, ruiters, leerlingen van de Vrije School die gingen tekenen langs de wandelroute. Er werden handtekeningen opgehaald. Er waren zelfs studenten uit Utrecht die al 1200 handtekeningen hadden. Er werden weer sprekers uitgenodigd. Er was een poppenkast die een spel zou brengen over de Duinweg. En voor het eerst was er een affiche gemaakt met een grote grijpgrage hand over het duingebied met de tekst: 'Duinweg? Weg duin!'

Op 30 mei stroomden de mensen toe, een paar duizend, waaronder politici.
Mijn moeder ging deze keer langs het podium zitten vlak naast alle sprekers. Fantastisch vond ze het.
De tekst van het jaar daarvoor was voor deze gelegenheid aangepast: 'Dolle Mina weet uit ervaring, dat diepvries heel gemakkelijk panklaar is te maken'. En: 'Niet alleen de Duinweg is in de ijskast gestopt, ook het enthousiasme van de statenleden om het openbaar vervoer te stimuleren verkeert in een onderkoeld stadium'. 'Zolang de weg niet definitief van de baan is, zullen we blijven protesteren op eerste pinksterdag!'

Natuurlijk waren de verantwoordelijken weer uitgenodigd, maar ze hadden zich er allemaal met een slappe smoes van afgemaakt. We konden de petitie met handtekeningen en zoethout (zoethoudertjes) dus niet ter plekke overhandigen, maar beloofden dat op het provinciehuis te zullen doen.



DE WEG VAN DE BAAN
Na deze tweede demonstratie met een overweldigende opkomst volgde weer een enorme publiciteit. Politici konden de druk vanuit de bevolking niet negeren en op 17 juni zou er in de Staten een hele vergadering aan gewijd worden. Natuurlijk waren wij van Dolle Mina daar aanwezig met petitie + handtekeningen + zoethout samen met Milieubeheer uit Leiden en andere belangstellenden.
Uiteindelijk viel de beslissing: De Duinweg werd helemaal van het plan afgevoerd! Ik kon het bijna niet geloven; na ruim een jaar niet aflatend actievoeren was dit een fantastische uitkomst! En een feest voor Dolle Mina, die had laten zien dat je je als vrouw met succes ook met dit soort (mannen)zaken kon bezighouden!

IN EEN BREDER KADER
Tot slot: in krantenartikelen van die tijd werd heftig gepleit voor beter openbaar vervoer in plaats van het alsmaar groeiende autoverkeer: men opperde het idee voor een groot metronet voor de Randstad. Dit in verband met een nieuwe actie, ditmaal gevoerd door het actiecomité Milieubeheer uit Leiden, tegen de aanleg van een vierbaansweg door de Landgoederenzone, de zogenaamde Leidse Baan. Met recht beschuldigde het comité de overheid ervan het wegverkeer te stimuleren, terwijl je juist het tegendeel zou moeten bereiken. Na een intensieve actie werd deze weg ook van het plan afgevoerd. In het comité werkten ook Dolle Mina's mee. (Nu wonen Willem Alexander en Maxima in deze (geredde) landgoederenzone. . .)

Er ontstond een hausse in publicaties over welzijn, milieuhygiëne en natuurbehoud, waarin werd gesproken van roofbouw op onze natuurlijke bronnen, van verstoring van het natuurlijk evenwicht. En… ik lees een artikel uit 1971 met als kop 'De echte strijd om het bestaan is pas begonnen', waarin gesproken wordt over geboorteregeling i.v.m. overbevolking (is spreken hierover nu een taboe geworden?), gevolgen van milieuverontreiniging, opwarming van de aarde, waarbij toen al het smelten van de ijskappen aan de orde werd gesteld. In het artikel wordt zelfs gesproken van een dreigende catastrofe!

Ik kan wel eens droevig worden als ik me realiseer hoe weinig de politiek heeft geluisterd naar wetenschappers die kennelijk toen al een visionaire blik hadden en hoe weinig men beslissingen heeft genomen die in het belang waren van het milieu. En dus van ons allemaal. Dames en heren politici, wanneer heeft u de visie en de moed om uw beleid te veranderen en beslissingen te nemen die zorgen voor het voortbestaan van de aarde?
 
Edda Pauw
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.