Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Naar zee als jongste motordrijver



Op de christelijke ambachtschool aan het Veluweplein volgde ik als jongste van vijf kinderen de opleiding machinebankwerken. Daarna ging ik aan het werk op de sleephelling Scheveningen. Na een jaar kwam ik terecht in de scheepsmotorenwerkplaats van rederij A. van der Toorn. Onze voorman was de alom bekende heer Janson. Ik had het daar erg naar mijn zin. Als ik 's avonds thuis kwam in ons huisje aan de Pietermanstraat stonk ik een uur in de wind van de gasolie, maar dat hoorde er gewoon bij.

Al zeg ik het zelf: ik was zeer behendig in mijn werk. Dat was onze reder ook ter ore gekomen. De nieuwe teelt was op dat moment net begonnen en de SCH 99 lag na de eerste reis zonder motordrijver. Die was ineens met de noorderzon was vertrokken. Of: 'hij had zijn goed eruit gehaald' zoals vissers dat zeggen. Ik moest dus op kantoor komen bij Ariebaas. Die stelde voor dat ik de nieuwe motordrijver op de SCH. 99 zou worden. Maar ja, ik was pas 16 jaar en acht maanden oud. Normaal gesproken moest je achttien jaar zijn en in het bezit van het diploma motordrijver. De reder maakte daarom een afspraak met de Scheepvaartinspectie. De volgende ochend mocht ik examen doen in kennis van wat er allemaal is en draait in een motorkamer. Na een uur bleek dat het wel goed zat. Ik kreeg dispensatie. Met daarbij wel de opdracht om de komende winter naar de Motordrijverschool te gaan in de Vijzelstraat.
Een nieuw leven begon. Ik was flink zeeziek, maar verantwoordelijkheidsgevoel stond bovenaan. De Kromhoutmotor draaide als een zonnetje. Met goed weer haalden we toch een mijl of zeven, soms acht met de wind 'op de bil'. Van de eerste monteur werd verwacht dat hij ook werk aan dek verrichtte. Met uit- en thuisstomen kwam de tweede monteur motorwacht meedraaien. Die had normaal aan dek als matroos zijn werk.

Het gereedschap aan boord was een simpele handboormachine, een voorhamer, een bacoh, een hamer en beitel en aan paar steeksleutels.
Ik genoot van de meeuwen die je leken toe te roepen: 'geluk, geluk, geluk.'En van de Jan van Genten met hun prachtige duikvluchten. En niet te vergeten van de 'Springers' (dolfijnen). Als zij een meter boven het water uitsprongen, had je geheid de andere dag een bries. Dat jaar heb ik de kracht van de natuur ervaren. Zij trekt zich niets aan van ons simpele schepsels. Toen de teelt vorderde, heb ik bij fotozaak Charles Smith in de Keizerstraat voor een bedrag van twintig gulden een Agfa-toestel gekocht. Geen poespas, weinig mogelijkheden, maar ik heb er aan boord een aantal mooie zwart-witfoto's mee gemaakt.

Vissers maakten in die periode lange dagen. 's Nachts om een uur klonk het 'Halen!' en dan kon er 's avonds om zeven of acht uur pas weer worden gerust. Daarna waren er twee wachten van 1,5 uur draaien en begon alles weer van voren af aan. Het mooie ervan was dat we soms iedere week konden thuisstomen. Onder het halen van de vleet (110 netten) kreeg ik meer en meer respect voor al die jongens en mannen, die zo hun brood verdienden. Velen van hen putten kracht uit hun geloof om door te kunnen gaan in dit zware, maar vrije leven op die altijd onberekenbare zee.

Piet de Graaf


Reacties: 1-3
Door Gast: Maarten1943 @ 2015-10-22 22:29:28
Vleet visserij
Test
Door Gast: Maarten Koek @ 2015-11-03 15:23:26
Visserij/motordrijver
Door Gast: K. Toet @ 2020-02-24 17:07:16
SCH 305 1963 als stuurman
Ook op de SCH305 gevaren 1963 als stuurman
Reacties: 1-3
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.