Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Voetballen bij VUC en...

Mijn vader staat langs de lijn en schreeuwt keihard 'Hup VUC!' Ik ben acht jaar en weet niet dat VUC is voortgekomen uit de samenvoeging van twee clubs: Velocitas (snelheid) en Utile-Dulci (het nuttige met het aangename). Samen dus VUC:  Velocitas Utile-Dulci Combinatie.

Als je acht wordt in Mariahoeve in zeg, begin jaren zeventig en je bent geen meisje, dan ga je op voetbal. Je kunt op OSC, aan het eind van de Denenburg, op Duinoord, ergens in de 'Landen' of op VUC. Wij gingen op VUC, de rest van de klas op OSC en Duinoord geloof ik. VUC was groot, vier velden en een echte tribune, twee kantines en een zeer verboden directiekamer met veel bekers. Jammer dat het shirt zo saai zwart-wit is en dan die Quick-schoenen; die waren nou net helemaal niet 'quick'.
Als je begint, kom je bij de 'welpen' in het tweede elftal. Ik was groot voor mijn leeftijd en stond dus altijd achterin. Woensdag trainen en dat was saai hoor, met je fiets erheen, wachten op de trainer, een uurtje rondrennen, douchen en naar huis. En dan kon je, je vriendjes nergens meer vinden; die waren ergens aan het spelen, maar waar?
Wedstrijden waren wel leuk, met zo'n tweede lat onder de echte en dan lekker kluitjes voetballen. Mijn specialiteit was de bal zo hard mogelijk naar voren te schieten. Ik maakte zelfs nog een paar doelpunten en een penalty: de bal, een erg klein keepertje en een ENORM doel, niet te missen natuurlijk. Het speciale gevoel als de wedstrijd begint: je staat midden op het veld, ziet iedereen, de ruimte om je heen en de spanning van 'nu gaan we winnen'. Lekker twee keer een half uur rennen, met thee in de rust.

'Uit' voetballen was spannend: vreemde kantine, vreemde mensen. In de buurt gingen we gewoon met de fiets, naar RKAVV of Voorburg. Verder weg met de auto. Mijn ouders hadden een grote auto met drie banken en die was 'in': iedereen wilde met mijn vader mee als die reed. Dan voelde je je goed, hoor. Een keer vanaf Zoetermeer terug reed mijn vader wel 150, oké, in mijn herinnering dan, maar daarna kon ik niet meer stuk bij mijn medespelertjes.

Door de week kregen we het VUC-krantje en dan kijken waar 'Van der Linden' staat, tegen wie we spelen en is het uit of thuis? Het is de eerste keer dat ik Van der Linden heet en geen Huub, ook de leider zegt 'Van der Linden' en zelf ken ik mijn medespelertjes alleen bij hun achternaam. Uit naar Tonegido, dat was zwaar, thuis tegen OSC moeten we kunnen hebben. We speelden een keer tegen ADO, vlak naast het stadion. Verloren natuurlijk. Ik keek de halve wedstrijd naar het stadion en niet naar de bal. Toernooi, altijd begin van de zomer en dus mooi weer en een vaantje dat ik dan ophing in mijn kamer, toch wat gewonnen!

Het mooiste was natuurlijk als mijn moeder kantinedienst had. Dan gingen we erg vroeg met mijn zus en broers, gevulde koeken, thee en allerlei snoepgoed verkopen voor een paar centen en de hele dag biljarten, pingpongen en op de club rondhangen. Mijn moeder was de baas en dat gaf mij een goed gevoel; de kantine was ons huis voor een dag.
Maar eigenlijk was op straat voetballen leuker of op het veldje naast het pleintje. Daar stond zo'n paal met een bordje 'Verboden te voetballen', precies op de goede plaats om als doelpaal te dienen, toch goed gedaan door de gemeente. Drie jassen erbij en je had een veld en spelen tot het donker was. Kwam je thuis met plaggen aarde op je knieën en vaak doorweekt. De garagedeuren waren doelen en de kruising van de Norenburg en Hongarenburg ons veld, de lantarenpalen dienden als stadionverlichting.
 
Huub v.d. Linden
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.