Opgroeien in Mariahoeve
Wij kwamen in 1960 in een van de 'Van der Toorn'-woningen aan het Norenburg wonen met drie kinderen van nul, twee en vier jaar. Daar kwamen er later nog drie bij.
De kinderen hadden een heerlijke jeugd in deze kinderrijke, nieuwe en nog onvoltooide wijk. Ze hadden speelruimte te over, doordat veel grond nog onbebouwd was. Aan de overkant van de 'sloot' langs het Norenburg liepen zelfs nog koeien en kalfjes. Op een middag kwamen de kinderen, zoals altijd door de keukendeur, schreeuwend binnen: "Er loopt een kalf in de straat!" Wat te doen? Iemand deed zijn garagedeur open en daar hebben we het diertje in gevangen. En dat in de grote stad! Nu staan er drie hoge flats, een rijtje winkelpanden en twaalf woningen waar vroeger een kleuterschool was.
Ja, die begintijd! Er werd al gauw gebouwd en de jongens van de buurt, toen rond de acht jaar oud, haalden stukken hout van de bouwplaats om een grote hut met zelfs drie verdiepingen mee te bouwen. Dat werd eerst oogluikend toegestaan, totdat er een officiële bewaker kwam die een paar jongens ving en opsloot in een kantoortje. Daar konden wij ouders hen ophalen. "En ik heb niet gehuild!" was het commentaar van onze zoon. Dat was zijn eerste - en gelukkig laatste - stap op het criminele pad.
En dan onze sloot! Die speelde een grote rol in het leven van de kinderen. Onze oudste zoon, een fervente visser, hield zijn eindexamenfeest op de avond (en nacht) voor de opening van het visseizoen, zodat de hele groep tegen zes uur 's ochtends naar de sloot trok om daar voor het eerst van het seizoen de hengels uit te werpen. Daar zaten ze op een rij in de ochtendzon. Een buurmeisje bracht een ontbijtje!
Veel jongens visten in de sloot en vingen zelfs zeelten en grote snoeken. De kleineren moesten zich verdedigen tegen de groteren die al gauw zeiden: "Wacht, ik help je wel even om die joekel eruit te krijgen, geef mij je hengel maar!" "Nee, nee, nee, kunnen we zelf wel!"
De eerste opblaasboot in de sloot kondigde het begin van lente en zomer aan.
Toen de jeugd wat ouder werd, was het bruggetje hun favoriete 'hangplek' avant la lettre. Aan weerszijden tegen de brugleuning hangend brachten de jongeren menig uurtje door.
En wat hebben we op de sloot geschaatst! Er waren ouders die echt zwierden over het ijs. Soms tot laat in de avond bij het licht van auto's die dwars neergezet waren, met luide muziek erbij natuurlijk!
Koninginnedag was een feest op lagere school 'Het Kleine Loo'. Eerst een optocht door de wijk van de verklede kinderen achter een muziekcorps en daarna allerlei spelen en wedstrijden op het schoolplein. Er waren mooie prijzen en ook de niet zo sportieve kinderen hadden kans om te winnen.
De kinderen van ons 'straatje' hebben een paar jaar achter elkaar een fancy fair georganiseerd in de voortuinen van de nummers 33 en 35. Met sjoelen, balgooien, koekhappen, steppenrace en nog veel meer. Alles ten bate van het Blindengeleidehondenfonds en ze haalden heel wat op! Een keer toen het regende, mochten we het in een zaaltje van het Wijk- en Dienstencentrum organiseren.
Maar het mooiste was toch het 'kerstbomen rauzen' door een groep jongens uit de buurt. Het begon meteen na Kerstmis, als de eerste bomen weggedaan werden. Er liepen dan 'verspieders' door de wijk die de bomen opzochten. Ze werden snel opgehaald met fiets of slee en verborgen in de schuur, de garage, op het dak van de garage of gewoon in de achtertuin. Je moest oppassen dat de 'bende' uit het Bezuidenhout ze niet kwam weghalen! Spannende dagen en niet ongevaarlijk, al was er gelukkig nog geen sprake van echte wapens.
Eens kregen ze de dag voor Kerstmis de overgebleven bomen van de koopman naast het wijk- en dienstencentrum, wel meer dan honderd! Die werden verstopt in de 'atoomschuilkelder' (het was in de tijd van de koude oorlog) voor de flat op de hoek van Reigersbergenweg en Kleine Loo.
Er werd een groot vuur gemaakt achter in ons straatje. Dat was heel gezellig: alle buren buiten en de Nieuwjaarsconference van Wim Kan weer afgespeeld op de bandrecorder
Er was begin januari een officiële boomverbranding op het onbebouwde land waar nu de Granaathorst en het winkelcentrum zijn. Voor iedere boom die je bracht, kreeg je een lootje. De kinderen uit de buurt hadden soms wel dertig bomen, die ze aan elkaar bonden en in een lange sleep onder begeleiding van grotere jongens naar het terrein brachten.
De bomen werden daar hoog opgestapeld en op een sein aan vier kanten met stokken aan de binnenkant aangestoken, zodat de kerstbomen schitterend afstaken tegen de vlammen in de hoop. Prachtig!
Jammer genoeg werd de officiële verbranding in de wijk na een paar jaar opgeheven. Teveel vandalisme en ongeregeldheden eromheen. Maar al met al heeft de jeugd in de nieuwe wijk Mariahoeve een heerlijke en avontuurlijke tijd gehad.
Rita van der Linden