Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Het verhaal van een wonder

In verschillende verhalen in dit boekje zijn herinneringen te lezen aan zwaargewonde mensen die op 3 maart 1945 op handkarren uit het getroffen Bezuidenhout werden weggebracht. De 24-jarige vrouw die later mijn moeder zou worden was een van die mensen. Op die ongeluksdag was zij op bezoek bij haar verloofde en aanstaande schoonouders in de Charlotte de Bourbonstraat. Toen de bommen vielen, schuilden zij op en bij de trap. Mijn moeder kwam onder de voordeur terecht en werd geraakt door bomsplinters. Daarbij werd een deel van haar schedel weggeslagen.

 
Charlotte De Bourbonstraat, H.B. Olierook


 
Charlotte De Bourbonstraat, H.B. Olierook

 

Haar schoonfamilie is, met haar op een handkar, naar Voorburg gevlucht. Uiteindelijk is ze in het ziekenhuis Sint Antoniushove beland. Alle zalen waren vol. De gewonden lagen op de vloer en in de gangen of zaten met hun rug tegen de muren.
Mijn latere vader, toen 29 jaar, had verwondingen aan zijn been, die werden verzorgd. Mijn moeder werd naar het mortuarium gebracht, waar zij door haar schoonzus is gevonden. Deze hield haar handen vast en voelde, zacht en met tussenpozen, haar pols kloppen. Stil wachtte ze af en bleef af en toe een polsslag voelen. Een arts bevestigde dit levensteken en mijn moeder werd overgebracht naar een zaal. Daar bleef zij drie dagen in dezelfde toestand liggen. Toen er na die drie dagen nog steeds leven kon worden geconstateerd, besloot een van de chirurgen om haar te opereren. Mijn vader werd gewaarschuwd: de artsen waren er voor honderd procent van overtuigd dat zijn verloofde deze operatie niet zou overleven. Bloed, dat goud waard was in die dagen, was onvoldoende voorhanden en of je dat kostbare goed moest gebruiken voor een hopeloos geval... Maar ze vonden dat ze het toch moesten doen.

De chirurg verwijderde metaalsplinters uit de schedel en hersenen. Het gat in de schedel werd afgesloten met een in vorm gebrachte metalen plaat die met schroeven in het bot werd vastgezet.
Na deze operatie, die vele uren heeft geduurd, bleek tegen alle verwachting in dat mijn moeder nog in leven was. Toen ze bijkwam, bleek haar rechterzijde verlamd. Ze had geen evenwichtsgevoel meer en kreeg aanvallen van epilepsie. De vrouw die zeven talen had gesproken, was haar spraakvermogen kwijt.
Een van de eerste dingen die ze deed, was proberen om haar verlovingsring af te schuiven. "Nee", zei mijn vader. "Ik blijf er voor je en wil samen met jou verder".
Er volgden nog verschillende operaties, waarbij onder andere een hand, pols en voet werden geïmmobiliseerd. Daarna kwamen een langdurige herstelperiode en ten slotte een blijvende invaliditeit. De artsen adviseerden hun patiënte om in een geluidsarme omgeving te gaan wonen en geen kinderen te krijgen.

In 1947 trouwt dit paar. Voor de trouwfoto wordt de bruid door kussens en meubilair aan alle kanten ondersteund. Langzaam herstelt het spraakvermogen zich. Op den duur kan mijn moeder weer voldoende Nederlands en Engels spreken. Uit het huwelijk worden drie meisjes en een jongen geboren. Eén meisje, bij wie belangrijke organen niet functioneren, overlijdt enkele maanden na de geboorte in het ziekenhuis. Met behulp van heilgymnastiek, later fysiotherapie, orthopedisch schoeisel, loopmiddelen, medicatie, mantelzorg, huishoudelijke hulp en wijk- en thuiszorg heeft mijn moeder met haar man en kinderen goede en minder goede jaren gedeeld.

Het overlijden van haar man in 1996 tastte haar conditie en wilskracht aan. Longen en hart werkten niet goed meer samen. Door de inspanningen om een zo normaal mogelijk leven te leiden was het hart in de loop van de jaren fors groter geworden en uiteindelijk kon het niet goed meer functioneren.
In november 1997, 52½ jaar na het bombardement, is mijn moeder, dankbaar voor haar leven en haar kinderen, met een groot vertrouwen in God overleden.

A. van Kesteren

 
Het Vaderland, 7 maart 1945


 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.