Het Heeswijkplein lééft!
1953 |
In 1953 opende koningin Juliana het eerste winkelplein van Den Haag: het Heeswijkplein. Winkeliers en bewoners kwamen naar buiten om dit feestelijke gebeuren mee te maken. Een lijst van winkeliers uit die beginperiode laat zien wat een variatie aan zaken er was. Menig modern winkelcentrum zou er jaloers op zijn. Er was een banketbakker, sigarenhandel, twee slagers, twee kruideniers, fotograaf, drankenhandel, twee bakkers, kaasboer, sportzaak, kolenhandel, drogist, kapper, melkhandel, herenmodezaak, visboer, een winkel met elektrische apparaten, sigarenboer, schoenwinkel, twee groenteboers, stoffenhandel, boekhandel, schoenmaker, fietsenhandel, kiosk, manifacturenwinkel, stomerij, bloemenzaak, dameskapper, naaimachinewinkel en een winkel in huishoudelijke artikelen. En dan was er ook nog een café, waar de winkeliersvereniging regelmatig in het zijzaaltje vergaderde.
Heeswijkplein 1955 |
Veel zaken zijn inmiddels verdwenen of hebben een andere bestemming gekregen. De kaasboer van toen is nu een sigarenwinkel en de slagerij een Turkse supermarkt. De drogisterij is er nog, alleen vindt men nu de zoon achter de toonbank in plaats van de vader. Veel winkeliers wonen nog boven hun vroegere zaak. Mevrouw Dingjan, die 30 jaar een slagerij heeft gehad, woont naast de heer Rozeboom, die vroeger een sportzaak had. Contact tussen de buren was er niet altijd: men wilde liever geen klanten op visite.
Het plein zag er vroeger anders uit dan nu en vormde een bloeiend middelpunt van activiteiten. Er was een vijver met een water spuitend beeldje erin. Wat zou daar mee gebeurd zijn toen het water werd gedempt? De avondvierdaagse eindigde altijd op het Heeswijkplein, waar de stoere wandelaars op de laatste avond met bloemen en muziek van drumband Sint Jacob werden ingehaald. Ook erg feestelijk was de kermis, die halverwege de jaren vijftig op het plein zijn tenten opsloeg. Hoeveel ouders hebben nog een plakboek met foto's van stralende kinder snuitjes in een zwierende attractie?
Hoewel het plein vroeger heel leeg was en men de neiging heeft om te denken dat vroeger alles beter was, mochten de kinderen er eigenlijk niets. Werd er stiekem toch gevoetbald, dan wist men de ouders van de belhamels makkelijk achter de toonbank te vinden. Tegenwoordig staan er bankjes rond het plein, waar veel wijkbewoners elkaar ontmoeten voor een praatje. Op het middenplein kunnen de kinderen voetballen, steppen en fietsen en ook daar is het bij mooi weer een drukte van belang.
En dat is maar goed ook, want het Heeswijkplein is mooi en groot genoeg om veel en vaak gebruikt te worden.
Desiré Hodes, opgeschreven voor mevrouw Dingjan