Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Hoe de parkieten in Overvoorde kwamen

We weten het allemaal. Het leven zit vol verrassingen en dit was een plezierige verrassing.
Na vijf jaren inwonen zomaar ineens een ?atje in Moerwijk! Een eigen voordeur, een eigen deurbel. Wat wil je nog meer. Opgetogen en gelukkig betrokken in de wintermaanden van 1964 mijn man en ik, een zoontje van 4 en een baby van drie maanden ons nieuwe onderkomen. Wij konden de weelde van een eigen huis haast niet aan. De sfeer in het Moerwijks ?atje bleek zeer vruchtbaar en vrij snel was duidelijk dat een derde kindje zich  over een paar maanden zou aandienen. Zo kwam binnen korte tijd de tweede verrassing. Niet gepland maar zeker welkom.
Intussen had het gezin zich ontwikkeld tot een haast middelbare man, een haast middelbare vrouw, een zoontje van bijna 6, een dochtertje van 2 ½  jaar en een kruipende baby van l0 maanden.

Wij namen onze opvoedkundige taak zeer serieus en ik onderdrukte heel bewust de neiging om af en toe een corrigerende tik uit te delen. Kennelijk had mijn man als vader uit hetzelfde laken een pak gesneden en luisterde hij goed op zijn werk naar de opvoedkundige tips van zijn collega's. Vermoedelijk kwam hij daarom opeens thuis met het voorstel om een hond te nemen, want een huisdier is zo goed voor de ontwikkeling van de kinderen. Hijzelf was thuis ook opgevoed met een hond .
Met twee luierkinderen en een zoontje dat net een voorliefde had ontwikkeld om dagelijks in de hondenpoep te vallen en als ik geluk had, alleen erin te trappen, blokkeerde ik het idee onmiddellijk. Ik zag het al als taak erbij om viermaal per dag de hond uit te moeten laten. Aan-me-nooit-niet.
Mijn tegenvoorstel was een poes. Ik was opgevoed met een poes in huis. Mijn man zei luid en duidelijk 'Nee'. We kwamen tot een compromis en het zou een parkietje worden.

Een paar dagen later kwam vader de trappen opgesjokt met een mooie vogelkooi en daarin twee schoonheden van parkieten. Plaatjes om te zien, maar o wee als die snavels open gingen. Zij eisten een volledige plaats in het familieleven op en lieten goed merken niet genegeerd te willen worden. Een kind een beetje aan het babbelen, zij aan het kwetteren. Een kind aan het huilen, zij aan het krijsen. Tijdens visite was een doek over de kooi de enige oplossing om het lawaai binnen de perken te houden. De vogeltjes liepen over van levenslust.

Op een zomerdag in juli lag de gemeenschappelijke tuin zich te schurken in het ochtendzonnetje.
Het balkon pikte een graantje zonlicht  mee en dit was zo'n moment om een kleedje op het beton neer te vleien en met een teiltje water plus nog wat speelgoed de kinderen buiten te zetten.                              

Ach, ik ben geen onmens en parkieten houden ook van zon. Dus een tafeltje gepakt en daar bovenop de kooi met vogels in het zonnetje gezet. Dolle pret. De veertjes werden extra gepoetst  en van vreugde werd een krijsend samenzang aangeheven.
Voluit tevreden met mijn goede daad, keek ik dromerig de mooie binnentuin in. Had ik dat maar nooit gedaan. Aangetrokken door het enthousiasme van de parkieten liet de kruipende tienmaander het teiltje water achter zich en richtte zijn aandacht op de vogelkooi en voor het eerst van zijn leven trok hij zich aan het wankele tafeltje omhoog. De klap van de vallende kooi met tafel kan ik nog horen. Het bovendeksel schoot van de kooi af en even later stond ik daar met een huilende baby op de arm en een verschrikte kleuter aan mijn rok onmachtig, twee heldergroene parkieten na te kijken, die met een ongeloo?ijke sneltreinvaart door een strakblauwe lucht over de binnentuin richting Overvoorde vlogen.

De hele dag bleven de kinderen van streek, totdat manlief thuis kwam. Hij wist een oplossing.
Daar gingen wij met zijn vijven, waarvan twee in een kinderwandelwagen, voorzien van een leeg vogelkooitje, op weg naar Overvoorde. Wij liepen voor paal 'pieieiet, pieiet, piet' te roepen. Natuurlijk was er geen enkel vogeltje zo gek om te reageren. Aan de wandelaars die ons tegemoet liepen konden wij merken dat zij op hun minst aan ons verstand twijfelden en met een boogje liepen zij om ons heen. Zodra wij achter de rug van de kinderen om het lege kooitje omhooghielden en daarna op de kinderen wezen, wilde nog wel eens een begripvol lachje komen.
Toen wij zonder resultaat weer naar huis moesten, hebben wij de kinderen uitgelegd dat parkietjes en vogeltjes over het algemeen in de vrije natuur zich beter voelen en dat Overvoorde hun nieuwe huis zou worden en dat de vogeltjes daar helemaal happy zouden zijn. Wat moet je anders.

Tegen de maanden mei-juni staan in onze gemeenschappelijke tuin de bomen in bloei en sinds een paar jaar strijkt net voor de avondschemer een zwerm parkieten in de tuin neer om zich te goed te doen aan de aanwezige nectar. Ze vallen met vele tegelijk aan op de bloemen en de bloesemblaadjes dwarrelen gelijk sneeuwvlokjes neer en rondom de stam kleurt de aarde rose-wit. In de stralen van de dalende zon vliegen schitterende metalicgroene smaragdjes luid krijsend heen en weer. Zij vormen samen een luchtballet, waarvan de choreogra?e telkens opnieuw verandert.

Ik kijk toe en mijmer: ' Zouden jullie nu uit Overvoorde komen en de nazaten zijn van onze twee weggevlogen parkietjes?'

Klaziena Veen
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.