Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Ha, die Jol!

Ha die Jol,

In je laatste brief haalde je herinneringen op hoe jij met de twee meiden na schooltijd naar het speelveld langs de Leyweg ging. Na een poosje waren ze lekker uitgeraasd en flink moe. Je gaf ze dan vlug eten, snel onder de douche en hup naar bed. Jij rust.

Het heeft beslist zo moeten zijn dat ik me in diezelfde periode ook altijd op een speelplaats bevond. 's Middags na het ophalen vanuit de kleuterschool rende dat tuig van mij rechtstreeks naar de speelplaats in de Jan Vosstraat.

Het is erg jammer dan ik van de speelterrein toen nooit een foto heb gemaakt. Het waren twee mooie zomers, zo in de jaren '69/70. Omdat ik nergens een plaatsje kan vinden, zal ik proberen het met woorden voor je uit te tekenen.
Het terrein was flink groot en besloeg zeker driekwart deel van de ruimte van een gemeenschappelijke achtertuin. De gehele lengte en één kopse kant lag open naar de straatkant. Aan de tweede lengtekant werd het terrein afgeschermd door de schutting langs de tuinen van de aangrenzende huizen. 's Middags baadde het terrein in de zon. Zonnig en door de aanleg rondom van struiken beschut voor de wind.

Een groot stuk werd ingenomen door een zandbak. Het Scheveningse strand viel daarbij als het ware in het niet. Het was werkelijk een enorme zandbak met middenin op een afstandje van elkaar twee betonnen tafels voor het bakken van de taarten. Helemaal te gek voor de kleuters.
Voor de toezichthoudende moeders stonden vlak in de buurt van de zandbakken zit-banken. Je ziet het natuurlijk al voor je: wildvreemde moeders werden omgetoverd tot theekransjeshoudende kwebbelaars. Breiwerkjes kwamen tevoorschijn, recepten en opvoedkundige tips vlogen heen en weer. En ook wij genoten.

Op het terrein kon je verder nog twee wippen, vier of zes schommels, een kinderdraaimolen, een groot klimrek en speciaal voor de grotere kinderen een mini-voetbalveld vinden. Het grootste pluspunt was de terreinbewaking. Deze opzichter/bewaker was een afgekeurde spoorwegman. Ik denk dat het een voorloper was van een ID-baner. Hij was afgekeurd voor het werk bij de treinen, maar hij genoot van zijn huidige baan en dat was te merken!
Hij beheerde een opslagloods met speelmaterialen. Hij controleerde en herstelde de speeltoestellen meteen. En daar gaat heel wat tijd in zitten. Hij deelde bijvoorbeeld ballen uit, maar keek dan ook of het kind te vertrouwen was met dat speelgoed. Schepjes, emmertjes en zandvormpjes behoorden ook tot de inventaris. Hij beslechtte ruzies en was een aanspreekpunt voor de opgeschoten, tienerjeugd. Hij hield de hygiëne van de zandbak in de gaten en dat werd op den duur een taak apart. Loslopende katten en hondenuitlaters hadden ook een fijne plek gevonden. Op een gegeven moment was het vechten tegen de bierkaai en adviseerde hij de moeders van de kleuters de kinderen niet meer in de bak te laten spelen. Jammer. Jammer, jammer.

Nadat deze sympathieke man met pensioen was gegaan, kwam de vervanger met een mindere drive en iets later is het terrein verloederd. Nu is het gehele stuk geasfalteerd of met beton. Helemaal aangepast aan de moderne tijd. De omplanting van de struiken is weggehaald. Alles is nu goed overzichtelijk. Koud en kil. De enkele keer dat ik er langs loop, voel ik me verdrietig. Veel is verloren gegaan. Wat waren de beginjaren '70 toch knus.
Jol, de volgende brief zal wat vrolijker zijn, dat beloof ik.
Doe Fred, Marjolein (als zij langskomt) en Tosca, met je kleinkinderen de groeten van Fientje.

Klaziena Veen
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.