Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Scheveningen 1948

Spelen in de duinen

Duinen waren kenmerkend voor het gebied waarin ik opgroeide in mijn vroegste jaren. De stekels van de duindoornstruiken, de geur van de duinroos, het plukken van duinviooltjes, de bessen van de distel, die je vooral niet mocht eten, ik was dichter bij de natuur dan in mijn latere jeugd, die zich in de binnenstad van Den Haag zou afspelen.

 

Tegenover onze winkel aan de Nieboerweg, lag een vrij hoog duin, dat met prikkeldraad aangaf, dat het betreden ervan verboden was. Aanlokkelijk voor de jeugd uit de omliggende straten. Als kinderen het duin wilden betreden, keken zij eerst om zich heen of de kust veilig was, want uiteindelijk was dat prikkeldraad er niet voor niets. Als zij betrapt werden door een dienstdoende agent, werden zij er uitgejaagd, met waarschijnlijk niet meer dan een berisping, maar dat was in die tijd al erg genoeg.

Mijn vader bekeek de tafereeltjes, die zich afspeelden vanachter de ruiten van zijn etalage met belangstelling.

"Ga daar maar rustig spelen, jongens," zei hij, als de agent uit het gezichtsveld was verdwenen.

"Ja maar meneer, die agent …."

"Dat weet ik wel jongens, maar die duinen zijn van mij, je kunt er rustig spelen."

Kennelijk zag mijn vader er zo vertrouwenwekkend uit, dat de jongens hun spel achter het prikkeldraad vervolgden.

Hij zei het ook in ernst. Voor mijn vader bestond geen bedrog of sarcasme. In zijn visie was het duin van hem, was de wereld van hem. In zijn wereld bestonden geen gebieden, die je niet mocht betreden. Wie was degene die zich zeggenschap durfde toe-eigenen over al hetgeen God aan de mens geschonken had? Hij was, zoals zijn hele familie, diepgelovig en tegelijkertijd een autonoom denker. In mijn latere leven zou ik me vaak afvragen hoe je deze eigenschappen kunt combineren.

En zo tilde hij ook moeiteloos mijn zus en mij over het prikkeldraad heen om bloemetjes te plukken, of van boven naar beneden te rollen of welke andere spelletjes we maar konden verzinnen. Op de enigszins mislukte foto behoedt mijn zus mij voor een val in het prikkeldraad.

 

En toch was het prikkeldraad daar waarschijnlijk niet voor niets. De duinenrij hadden in De Tweede Wereldoorlog deel uitgemaakt van de Atlantikwall. Dat was een 2685 kilometer lange verdedigingslinie, die de Duitsers hadden aangelegd ter voorkoming van een geallieerde invasie. De linie liep van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot aan de grens met Spanje. De linie bestond uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden, die in 1948 nog lang niet allemaal waren uitgegraven.

.

Mijn vroegste herinneringen liggen in ieder geval op die plek, een winkel op de Nieboerweg, grenzend aan de Tesselsestraat. Het duin aan de overkant van onze winkel, neemt een prominente plek in in die herinneringen. Het werd weerspiegeld in de winkelruiten, je ontkwam niet aan haar contouren. Het leek een hoog, natuurlijk gevormd duin, maar in werkelijkheid was het een laag duin, dat in de jaren dertig door werklozen was opgehoogd. De Duitsers vonden het een ideale plek voor een bunker. Het werd een bunker in de vorm van een pantserkoepel, waarin machinegeweren en/of granaatwerpers werden opgesteld. In de tijd dat wij er woonden, was de bunker verborgen onder het zand. Ik heb uiteraard nooit geweten, dat daar een bunker was. Ik vraag me af of mijn vader het wist, toen hij ons over het prikkeldraad tilde. Ik denk het niet. Hij was zuinig op zijn dochters.

De bunker, nu bekend onder de naam Hoge Nol, is in 2009 uitgegraven door een groep vrijwilligers van de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen.

In 2012 heb ik een bezoek gebracht aan die bunker met mijn kleinkinderen. Ik ging niet meer zo soepel omhoog als in 1948. Maar mijn twee schatten duwden mij met z'n tweeën het duin op. Helaas konden we de bunker niet betreden. De kinderen liepen er overheen, terwijl ik mijmerend neerkeek op de plek van mijn vroegste kinderjaren.

 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.