Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Expatriate echtgenote

THEORIE EN PRAKTIJK
In theorie wist ik het allemaal. In mijn werk bij Ontwikkelingssamenwerking op Buitenlandse Zaken was ik betrokken geweest bij de uitzending van deskundigen en kende ik de verhalen over de aanpassingsproblemen van de mee uitgezonden echtgenotes. Het zelf moeten wennen in een vreemd land, de kinderen die uit hun doen zijn begeleiden naar een nieuwe schoolsituatie. Gevoelens van heimwee en onzekerheid, maar ook de positieve kanten, de kick van het reizen en kennismaken met andere culturen. Ik had er alles van gehoord, maar het nooit zelf ervaren.
En nu, eind 1979, bevind ik mij in Singapore, waarheen mijn man is uitgezonden. Ik heb mijn baan opgezegd en heb, voor het eerst in mijn huwelijk, de status van 'dependant housewife'. Ook ben ik 'stay at home mom' met twee kleine kinderen. Hoe voelt dat? Ik ontdek dat de sociale kring van een expat-familie voornamelijk de eigen kring is van Nederlanders en andere expats. Het lijkt een ideale wereld: alle mannen hebben werk, de vrouwen verzorgen het gezin en doen vrijwilligerswerk, financieel is alles dik in orde. Maar demografisch is het scheef. Er zijn veel kinderen in de schoolleeftijd, de volwassenen in de categorie 25 tot 45 jaar zijn ruim voorhanden en er is nog een kleine groep ouderen tot een jaar of 60. Jongvolwassenen tussen 17 en 25 jaar ontbreken, gepensioneerden zijn er niet en al helemaal geen - al dan niet hulpbehoevende - bejaarden. Behalve wat vrijgezellen leeft iedereen in gezinsverband. Calamiteiten als ontslag, ernstige ziekte of echtscheiding zijn weinig zichtbaar, want in zo'n geval vertrekt de expat-familie. Kinderen die in een dergelijke omgeving opgroeien, krijgen een vertekend wereldbeeld mee.

De relatie met mijn man komt onder druk te staan. In Nederland zijn we er altijd in geslaagd de taken van huishouden en verzorgen van de kinderen te verdelen; nu is daar geen sprake meer van. Manlief maakt niet alleen lange dagen, maar het klimaat is ook zo uitputtend dat hij naast zijn werk aan niets anders toekomt. Voor mijn situatie is geen aandacht. De relatie met de kinderen verandert radicaal nu hij daar 'niets meer' aan doet. Papa wordt een afstandelijke figuur die de energie mist om hun verhalen aan te horen en met ze te spelen.
Na verloop van tijd, wanneer we geacclimatiseerd zijn en oma bij ons heeft gelogeerd, nemen de spanningen af en vinden we een nieuw evenwicht.
                             
In mijn eigen huishouding hoef ik weinig te doen; er is veel hulp voorhanden. Huishoudelijke hulp annex kinderoppas biedt zich al aan voordat we een huis gevonden hebben. Wij vinden spoedig een 'amah'. Ze poetst voortreffelijk, maar voor de opvang van de kinderen is haar steun zeer beperkt. Voor haar zijn onze kinderen een verlengstuk van de werkgever, de ouders. Zij wijst de kinderen niet terecht; als ik daar als moeder niet scherp op let, lopen ze over haar heen. Bovendien voeden Singaporese ouders hun kinderen bepaald anders op dan wij Nederlanders gewend zijn. Hun kinderen mogen niet zomaar op straat spelen na schooltijd, maar worden thuis beziggehouden. Als onze amah op de kinderen past, mogen ze van haar ook niet de straat op: veel te gevaarlijk. Voorlezen of spelletjes met de kinderen doen kan ze niet. Ze ergens heen brengen of halen kan ze evenmin; ze kan niet autorijden en de bus nemen zou te omslachtig zijn. Dat betekent dat het merendeel van het verzorgen, opvoeden en bezighouden van de kinderen op mijn bord ligt, al is dat uiteraard geen straf!
     

 
 zoontjes in vuilnisvat (Singapore 1980)


BUITENSHUIS AAN DE SLAG?
Wat ik, zoals veel andere vrouwen, graag zou willen, is weer aan het werk gaan. Die wens ontmoet zoveel barrières dat voortzetting van een carrière onmogelijk blijkt. In de verblijfsvergunning van een expat-gezinslid is standaard opgenomen dat zij of hij geen betaald werk mag verrichten. Dat zou de werkgelegenheid voor de eigen burgers kunnen schaden. Een onderhandelingspositie heb je niet, niemand zit om jou te springen. Mocht je toch werk kunnen vinden, dan moet de werkgever een arbeidsvergunning voor je aanvragen. Dat is ingewikkeld en duurt lang. Alleen daarom al zijn potentiële werkgevers er niet happig op. En stel dat zoiets toch lukt en je bent leuk aan het werk. Als dan je man ineens wordt overgeplaatst, ga ook jij onverwacht weer weg. Het opbouwen van een 'portable career' zit er niet in. Daar komt bij dat expat-vrouwen bij 'het publiek', zowel in Nederland als in het land waar ze tijdelijk wonen, dikwijls worden beschouwd als verwende luxepaarden die alleen bezigheden zoeken 'to kill the time'. Zo blijft in de zoektocht naar werk het marktterrein van vrijwilligerswerk over, dat overigens ook heel inhoudsvol en bevredigend kan zijn. Ik heb telefoondienst gedaan bij de SOS-telefoon en daar veel aan gehad.

TERUGBLIK

Hoe kijk ik er, na zo'n dertig jaar, op terug? Het was toch een tijd die we echt niet hadden willen missen. Als gezin zijn we hechter naar elkaar gegroeid, omdat we in het buitenland veel meer op elkaar waren aangewezen.
Er is inmiddels veel veranderd voor de dependants. Uitzendende bedrijven hebben meer oog voor de wensen en capaciteiten van de partners van hun werknemers. Ook is het inmiddels tot de meeste uitzendende instanties, overheid, niet-gouvernementele organisaties en bedrijfsleven doorgedrongen dat de eigen werknemers voor uitzendingen gaan afhaken als hun partners voor de eigen carrière of levensstijl te grote offers moeten brengen.
Emancipatie is niet voltooid, maar we blijven vooruitgaan.

Ellettha Schoustra-van Beukering
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.