Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Voor het eerst een plusfour

In januari 1950 gingen wij - mijn ouders, mijn twee zussen en ik - naar Holland. We voeren met de boot van de Koninklijke Pakket Maatschappij van Soerabaya naar Batavia Deze reis duurde drie dagen.
In Batavia logeerden we drie dagen bij familie. In de tussentijd kregen we winterjassen en mantels van het Rode Kruis. Die hadden we zeker nodig voor de winter in Holland.

Eén grote vakantie
Op 30 januari 1950 vertrokken we  met de Willem Ruys uit Batavia naar Holland. Het was onze allereerste grote bootreis. De eerste haven die we aandeden was Colombo, gelegen op het eiland Ceylon, het tegenwoordige Sri Lanka. Hier gingen we voor anker. Met kleine bootjes mochten we aan wal gaan. We maakten een rondrit door deze stad.
Na het verlaten van dit eiland voeren we richting Suezkanaal. In Port Said kwamen kooplui aan boord. Hier moest je op je hoede zijn, want in het ergste geval wisten ze je op een behendige manier geld uit je portemonnee te ontfutselen. Na deze stad voeren we langs de Middellandse Zee, Straat van Gibraltar, Golf van Biskaje. Hier spookte het behoorlijk, want het was heel slecht weer. De meeste passagiers waren dan ook zeeziek. Vervolgens voeren we langs het Kanaal en over de Nieuwe Waterweg met als eindbestemming Rotterdam.

De reis duurde drie weken. Het was prachtig, als het ware één grote vakantie. Voor de jeugd werden er vele activiteiten georganiseerd. Mijn ouders zagen me alleen bij de lunch en het diner. Mijn moeder was jarig aan boord en tijdens de lunch speelde er een strijkorkest voor haar.



Assimileren
Nadat we afgemeerd waren, gingen we van boord. Met de bus, waarin ook andere migranten zaten, reden we naar Noordwijk aan Zee. In deze kustplaats arriveerden we bij een zogenaamd contractpension. In dit geval was dat een hotel aan de boulevard dat door de overheid voor huisvesting voor de migranten was afgehuurd.

Omdat het hotel al vol was, werd onze familie geplaatst in een dependance. Slapen deden we in stapelbedden. Voor de verwarming was er een potkachel. Het kostte ons veel moeite die aan te maken. In het begin moesten we vaak de hulp inroepen van de huismeester. In de eerste week  kregen we gebruikte kleding van Attaka, een organisatie die tweedehandskleding leverde. Ik kreeg voor het eerst een plusfour, een ruimzittende broek voor jongens en mannen die onder de knie om het been sluit. We noemden het een drollenvanger. Ook kreeg ik een te groot militair jack. Maar ik was wat trots op al deze nieuwe aanwinsten!

Na hier een week gelogeerd te hebben, verhuisden we naar een ander hotel in dezelfde plaats. Hier verbleven we een maand. Vervolgens verhuisden we naar Scheveningen. Daar huurden we een bovenetage die helemaal gemeubileerd was. De eigenaar woonde zelf op de eerste en tweede  etage.
In het begin was het moeilijk om je aan te passen, want je moest assimileren en integreren. Voor het baden moest je naar het badhuis. Ik ging meestal vrijdags na schooltijd. Dan had ik twee tassen bij me, een schooltas en een tas voor mijn badspullen. Door de week moest je je behelpen met een teiltje water. Een grote teil met warm water had je nodig voor de grote wasbeurt.
Zowel het verblijf als de financiën werden door de overheid geregeld. Men kreeg ook een kledingvoorschot dat in speciale winkels kon worden besteed. Dit moest men naderhand terugbetalen. Mijn vader had veel te doen met de contactambtenaar. Heel wat jaren later vernam ik dat er in de jaren 1945-1968 meer dan 300.000 migranten naar Nederland kwamen. Daarvan emigreerden er ongeveer 50.000, waaronder mijn oudere zuster, naar onder andere de Verenigde Staten, Canada en Nieuw-Zeeland.

Koud!
Na een paar maanden op de bovenste etage gewoond te hebben, verhuisden we naar een heel huis dat ook weer gemeubileerd was. Het huis bestond uit begane grond en twee etages. We namen het meubilair over van de vorige bewoners, die naar Australië gingen emigreren. Het huis was eigendom van een andere familie. We kregen ook een meubelvoorschot van de overheid.
De begane grond bestond uit twee grote kamers gescheiden door schuifdeuren; de ramen aan de staatzijde kon je naar boven schuiven. Het huis was heel koud en we hadden slechts één kolenkachel, die ik moest verzorgen. 's Morgens voordat ik naar school ging, moest ik eerst de kachel schoonmaken. De sintels en de as weggooien en de kolenkit vullen. We hadden in de tuin een grote kolenkist.
We zaten 's avonds dan ook allemaal om de kachel heen. Soms stonden er ook droogrekken waaraan de natte was hing.

Mijn vader had het altijd heel koud. Hij nam de Aladdin, een draagbare petroleumkachel, mee als hij naar het toilet ging. Na de kolenkachel kregen we een oliekachel. In de tuin hadden we een grote olietank. Daarna kwam de gaskachel en dat was een hele vooruitgang. We hadden een distributieradio met maar twee kanalen.

Hoeveel procent?
In het begin was mijn vader vertegenwoordiger van een meubelzaak. Hij kwam voornamelijk bij Indische mensen over de vloer om meubels te verkopen. Naderhand werkte hij als ambtenaar bij het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Tegenwoordig heet dat het ministerie van VROM oftewel ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. In Indonesië was hij technisch ambtenaar bij het Gouvernement geweest, en wel bij de Waterstaat.

Ik wil mijn verhaal beëindigen met de volgende anekdote: mij werd, toen wij pas in Holland waren, de vraag gesteld, uit hoeveel procent Nederlands bloed ik bestond. Ik wist het antwoord niet. Maar ik zei, dat ik alleen wist dat mijn hele lichaam vol met bloed zat. En daar moesten ze het maar mee doen.

Benno Nanlohy

Reacties: 1-1
Door Gast: John A. Ebert @ 2013-08-02 07:51:29
Nederland - Nederlands Oost-Indie reize
Graag INFO hierover, met het schip E N met het vliegtuig : K L M . Ik schrijf namelijk mijn levensverhaal, waarin ik het veel over dit onderwerp heb !!!!!!!!! Deel EEN heet PARADISE . . . ! from East to West : is al klaar en zal binnenkort als e-book verschijnen. Deel TWEE zal wel begin 2014 klaar zijn. Titel: . . . paradise ? from West to East . Het boek is in 't engels, maar mijn moedertaal, nederlands, komt er ook in voor. Hartelijk dank !!!!! John Ebert, momenteel op Bali, druk aan het schrijven. johnaebert@hotmail.com
Reacties: 1-1
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.