Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

'Ik ben er trots op'

"Ik ben er trots op een Indisch meisje genoemd te worden" (Hella Haasse)

Crisis
Het was 1934 en we woonden, mijn moeder, mijn vader, mijn drie jaar jonger broertje en ik, in Bandoeng. Het waren de crisisjaren. Zeker in de suiker was het heel moeilijk, heb ik me laten vertellen. Mijn vader kwam van de Wageningse school voor de Indische 'culturen',  zoals de verbouw van gewassen in de tropen heette.

Twaalf jaar was hij - het zal ongeveer 1905 geweest zijn - toen hij alleen op een boot naar Nederland gezet werd door zijn strenge vader, die koffieplanter was op Sumatra. Hoe hij dat vond? Ik heb hem er nooit over gehoord.

Hij maakte na zijn studie een mooie carrière op Java, waar mijn grootvader al rond 1840 vanuit Nijmegen naar was vertrokken. Hij was dus goed geworteld in Nederlands-Indië.

Mijn vader werkte op verschillende suikerfabrieken. Ik weet niet goed waar, maar de namen Bandjedawa en Petaroekan kom ik tegen in mijn mysterieuze fotoboek. Pa op een paardje en in van die prachtige oude auto's, schitterende huizen, feestjes op de soos. Deze beelden zijn voor mij meer gevoel dan verhalen, omdat ik, op Java geboren in 1926, te jong was toen we in juli 1934 vanwege de wereldcrisis naar Den Haag vertrokken en nu aan niemand meer iets kan vragen.



De reis
Op de boot de 'Slamat' zaten we vier weken lang. Er moeten kinderfeestjes geweest zijn, maar ik herinner me er niets meer van. Ik zie nog het gekke kleine zwembadje, waar we absoluut niet in wilden. Veel trappen waren er, naar dek, naar de eetzaal. Trappen binnen, dat was ik niet gewend, in geen van onze Indische huizen hadden we die. Dat je zo maar hoger of lager kon komen in een woonruimte, was een nieuwe ervaring. In de hut was een patrijspoortje op ooghoogte waardoor je de zee zag , licht­blauw, een beetje troebel. Ik probeerde in de badkamer meteen de glimmende dubbele kraan, waar een grote bruisende stroom uit­kwam. In de mandiebak thuis kwam er maar één rechte straal. Ik wist zeker dat dit water uit zee kwam.

En de grote zeeschildpad die we, over de reling hangend, zagen zwemmen. Aten we de volgende dag schildpadsoep? Een dag kwam dat het vreselijk stormde en iedereen zeeziek in zijn kooi lag, zeker de grote mensen. Het was toen verboden aan dek te gaan. Mijn broertje en ik gingen stiekem toch. Boven helde het dek vervaarlijk en de zee sloeg wild over de reling. Wij waren niet zeeziek en verdronken zijn gelukkig ook niet. Wel kregen we een stevige uitbrander. De eerste Hollandse vruchten proefde ik als verjaarscadeautje op mijn achtste verjaardag. Niet zo lekker, zo'n zure appel. De jongetjes die naar centjes doken in Singapore vond ik leuk, de handelaren die in Colombo aan boord klauterden, vreemd. Men verdrong zich plots aan bakboord om de Etna te zien roken. En ja, dan die eenzame man in het Suezkanaal op zijn kameel, meestappend met de boot. De kinderen kregen als afscheidscadeautje een blauw matrozenpopje en we kwamen aan in Marseille, waar we van boord gingen en verder met de trein door Frankrijk en België naar Nederland reisden.

Nederland
In Den Haag logeerden we eerst in een pension aan het Frankenslag 'met terras'. Er konden twee stoelen staan en dan zat je al met je neus op het hek.

De eerste jaren in Holland hadden we het als kinderen helemaal niet koud. Dat kwam pas na een paar jaar, toen de warmte uit de tropen verdampt was. De kinderen op school hadden harde stemmen en gebruiken soms uit­drukkingen die ik niet kende. Akelig vond ik het allemaal niet, alleen gek soms: de juf in de tweede, die zei dat Indische mensen toch altijd op de grond zaten. Ze vond dat ik dat wellicht ook wel kon doen. Wat ik wel heel erg vond, was dat ik de tweede klas over moest doen omdat ik nog maar tot 100 had leren rekenen en de klas al tot 1000. Ik voelde me toen gekleineerd en dat ben ik nooit vergeten. Die juffrouw pleegde later zelfmoord,  hoorde ik naderhand. Nou ja, dat is ook wel zielig.

Ineke Brouwer-Koch


Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.