Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Machinist Bronsveld komt om

'De waarheid in een kist voor ons'


In de tijd dat ons schip vijftien meter werd verlengd, kwam Jan me vaak halen om naar de verbouwing te kijken. Hij had een auto, ik niet. Jan was machinist en ik stuurman. Ik vond het prachtig met Jan over Afsluitdijk naar Harlingen te rijden, het was een leuk tripje. Jan kwam op zijn beurt graag bij mij thuis. Omdat we een papagaai hadden die goed praatjes maakte. En ik kwam vaak bij hem. We hadden een soort dartclub in een koffiehuis, dicht bij hem in de buurt. Gaandeweg werden Jan en ik erg goede vrienden. De verbouwing op het schip hield in dat er een gloednieuwe vriesinstallatie kwam. Jan wilde daar graag bij zijn. Dus was ik er ook altijd. Toen het schip klaar was, hebben wij het naar IJmuiden gebracht. Een dag later begonnen we nietsvermoedend aan de reis die catastrofaal afliep.

Wij visten in het Engels Kanaal op makreel. Jan was zo'n beetje 24 uur lang bezig geweest om het werken met de nieuwe vriesinstallatie goed onder de knie te krijgen. Vlak voordat wij gingen halen, kroop Jan even in zijn kooi. Van vermoeidheid viel hij als een blok in slaap. In het net zat zoveel makreel, dat het stukgegaan was. Ik ging dus met twee maten aan de slag om het te repareren. Op dat moment brak brand uit in één van de benedenhutten. Ik ben toen direct naar de bovenhut gerend waarin Jan lag te slapen. Maar het vuur vrat snel om zich heen. Op weg naar Jans' deur werd ik door de dikke rook teruggedwongen. Ik kroop over de brug naar voren om de voordeur open te doen, maar de zware rook wilde maar niet verdwijnen. Op het voorschip stonden al veel mensen. Er was een paniekstemming. Gelukkig wisten een paar mensen wel bij Jans' hut te komen. Ik en de rest van de paniekerige bemanning hielden ons bezig met de verdeling van de dinky's (reddingsboten).De laatste dinky moest ik met hand en tand vasthouden voordat deze overboord ging. Want er waren nog vijf mannen aan boord, onder wie de schipper. Toen iedereen in de dinky zat, vroeg ik aan de twee mensen die het laatst bij Jan geweest waren hoe het was afgelopen. Ze vertelden: 'Wij hebben hem nog vast gehad. Maar toen we hem uit zijn kooi wilden halen, bleek het al te laat voor Jan. Het vuur kwam aan onze voeten, dus moesten wij ook weg.'

Ik vond het vreselijk om op die manier een goede vriend te verliezen, vooral omdat ik niets voor hem had kunnen doen. Maar het ergste vond ik toen het lichaam werd overgebracht naar Holland. Wij konden niets anders doen dan zijn vrouw en familie troosten. Maar er viel niets te troosten. De waarheid stond in een kist voor ons.

Kees Roos
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.