Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Betonnen dakpannen aan het Norenburg

Hoe terriër Aad van der Toorn gelijk kreeg
*In het jaar 1960 konden wij als jong gezin dat in een onmogelijk groot, koud huis woonde, meedoen aan een bouwproject in Mariahoeve. De initiatiefnemer was Aad van der Toorn, een medewerker van de PTT, die met drie kinderen in een flat in Morgenstond woonde. Zijn werk bij de post was uitvinden. Hij voorzag de Centrale Directie van legio plannen op de terreinen die de PTT bestreek.

Bouw zestig huizen evenveel moeite als één huis
Een van de meest bekende successen van Van der Toorn als uitvinder was de invoering van het antwoordnummer. Wij weten nu niet anders, maar destijds was er een machtiging nodig en moest je met een verplichte enveloppe werken, wilde je als bedrijf de post zonder postzegel naar je toe laten sturen. Dat was een ingewikkelde toestand.

 
Middenvoor: A. Van der Toorn


Nu was hij bezig zijn inventiviteit bot te vieren op een bouwplan voor zichzelf. Zijn streven was om met zo weinig mogelijk middelen te komen tot een zo groot mogelijk huis. Hij bedacht dat je net zo goed de bouw van zestig huizen kunt organiseren als dat van één; dat kost maar weinig meer moeite. Je hebt in beide gevallen één architect nodig, één aannemer en één financier voor de hypotheek. Weliswaar wordt de bouwtekening wat ingewikkelder, maar de prijs van je eigen huis is lager. Dus was hij bezig met een plan voor de bouw van tweeënzestig ambtenarenwoningen aan het Norenburg en het Dignaland.
Hij kwam ons dat allemaal uitleggen aan


het Nassauplein, waar wij woonden. We waren zeer verguld met zijn bezoeken, omdat we er stilletjes op hoopten mee te mogen doen. En omdat wij dichtbij het oude stadhuis woonden, waren wij ettelijke keren de eersten die vernamen wat hij bij de ambtenaren van de gemeente had meegemaakt. Die bezoeken aan ons waren voor Van der Toorn een mogelijkheid om zijn gram kwijt te raken. Hij kwam met opgekropte woede zijn verhaal doen over wat hij nu weer had meegemaakt. Wij hoorden dat geïnteresseerd aan en wachtten onze kans af. Nu, die kwam spoedig, want ten behoeve van de financiering maakte ik een financieel rapport van het plan. Dat viel in goede aarde bij hem en we kregen er allemaal hypotheken door bij de Westland Utrecht Hypotheekbank, voor een uitgeknepen rente. Dankzij de inspanning die ik voor dat rapport had geleverd mochten wij meedoen.

Laaiend
Een voorbeeld van de problemen waarmee Van der Toorn te maken kreeg, is het verhaal van de plinten. In de premieregeling die toen gold, kreeg je de maximale uitkering als je aan bepaalde eisen voldeed wat betreft kubieke inhoud, aantal te plaatsen bedden en nog zo'n stel voorwaarden. Van der Toorn streefde naar het maximum op alle aspecten en liet dus in de bouwtekening het maximale aantal kamers opnemen, met zodanige afmetingen dat er het maximale aantal bedden volgens de premieregeling in geplaatst kon worden. Met die tekening ging hij naar de betreffende ambtelijke instantie. Die keurde het plan af omdat voor de plaatsing van een bed in een bepaalde kamer gerekend was met de ruimte van muur tot muur en de plinten buiten beschouwing waren gelaten. U begrijpt, Van der Toorn was laaiend. Met dergelijke verhalen kwam hij bij ons.

De beroepscommissie
Maar het grootste strijdpunt met de ambtenarij kwam toen het om de dakpannen ging. Van der Toorn had een fabrikant van goedkope dakpannen gevonden. De welstandscommissie keurde die af omdat ze op den duur een groene uitslag zouden kunnen krijgen en dat zou dan niet mooi zijn. Van der Toorn was weer in alle staten. Hij wilde wel eens zien of er tegen het besluit van die welstandscommissie geen beroep mogelijk was. Het is toch te dol als je dakpannen op nieuwbouwhuizen legt waaraan qua aanzicht niets ontbreekt en je krijgt daarvoor geen vergunning van een instantie die niet over het materiaal, maar over de schoonheid gaat. Die beroepsmogelijkheid was er niet, zei men hem. Maar Aad was niet voor één gat te vangen. Hij ging de gemeentewet na en ontdekte dat elke gemeenteraad een beroepscommissie moet hebben voor het geval een burger tegen een beslissing van een gemeentelijke instantie in beroep wil gaan. Zo'n commissie bestond niet in Den Haag. Na heel wat gesteggel bereikte Van der Toorn dat de gemeenteraad alsnog een beroepscommissie in het leven riep, speciaal voor ons bouwplan. Zoiets kost tijd. Er moet een raadsvoorstel komen; dat moet in een raadscommissie besproken en op de agenda van de volledige gemeenteraad geplaatst worden en dan moet er een meerderheid van de raad voor zijn. Vervolgens moeten leden worden gezocht, gevraagd, benoemd en geïnstalleerd. Elke stap duurt zeker een week.




Dat geschiedde allemaal en kostte enige maanden. Inmiddels was de bouw al begonnen. De beroepscommissie kwam kijken en de spanning steeg ten top. Uiteindelijk kwam de zaak aan de orde in een vergadering van de gemeenteraad in het oude gebouw aan de Javastraat. We zaten er met een stel belanghebbenden bij. De fabrikant van de pannen zat ook op de tribune. En ja hoor,  Van der Toorn kreeg gelijk. Op onze tweeënzestig huizen werden betonnen pannen gelegd.
Het heeft de afwerking van de bouw aan het Norenburg wel een paar maanden vertraagd. Juist toen het beschot van de daken klaar was, begon het regenseizoen, tot verdriet van de toekomstige bewoners.

Dat was het verhaal van de dakpannen en de niet aflatende terriër Aad van der Toorn. Af en toe werd er uitvoerig over geschreven in de toenmalige Haagse kranten, de Haagsche Courant, Het Binnenhof en De Posthoorn. Wij bewoners aan het Norenburg en het Dignaland waren blij toen het allemaal klaar was en de meesten leefden er lang en gelukkig.

Adriaan van der Linden
*zie 'Een Van der Toornhuis!'
 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.