Haagse Herinneringen

Zon- en feestdagen | Vreugdevuren op de Jan Luykenlaan

In ieder mens schuilt een pyromaantje. Bij jongetjes iets meer, bij meisjes iets minder.
Veel eerder dan dat ons gezin in 1964 een flatje toegewezen kreeg op de Jan Luykenlaan, werden daar op oudejaarsavond al vreugdevuurtjes aangestoken. Een groter vuur op het wegdek in de buurt van de Marcuskerk en een tweede vuur op de kruising van de Jan Luykenlaan en de van Baerlestraat. Een stapel kerstbomen vormde de kern. Volwassen mannen bewaakten het vuur. Tenminste, daar leek het op, totdat ik diezelfde vaders het vuur zag voeden met oude kasten en planken.
Hele keldervoorraden werden op deze manier opgeruimd. Veel kwaad werd er niet aangericht en buren stonden buiten met elkaar te praten en de hele wereld een gelukkig nieuwjaar toe te wensen.


Enige jaargangen later werd men steeds fanatieker en de vuren steeds groter. De jacht op kerstbomen ontaardde in een buurtoorlog.
Dan komt ineens het moment dat het ouderlijk gezag niet meer werkt. Na de tweede kerstdag sloeg zijn opwinding toe. De grote jongens vonden voor het eerst goed dat hij meedeed met de kerstbomenjacht. 's Morgens vroeg was hij niet meer te houden en daar ging mijn ventje naar die boze buitenwereld, waar gevochten werd om een kerstboom. Het middagboterhammetje schoot erbij in en 's avonds bij de warme hap vertelde hij zijn avonturen met een van emotie overslaand stemmetje. O nee, ik mocht niet weten waar de voorraad bomen werd opgeslagen. Dat was een groot geheim. Voor de zekerheid heb ik toch maar iedere keer onze kelder geïnspecteerd.

De jongetjes werden groter en ook de vuren werden groter en gevaarlijker. Het toenemend autobezit zorgde voor autobanden. Kerstbomen behielden hun waarde, maar langzaamaan nam het belang van banden toe. Vlammen stegen hemelhoog op en de dikke walm van het rubber sloeg tegen de gevels aan. De gehele Laan werd in een grauwe, stinkende nevel gehuld. Het glas in de ramen tot drie hoog voelde warm aan en de omwonende winkeliers patrouilleerden verbeten rond hun zaken om de etalageruiten te beschermen.


Het vreugdevuur bij de kerk werd berucht en trok op relletjes beluste toeschouwers aan. Met brooddronken koppen probeerden zij oude auto's op het vuur te gooien. Beschonken liepen zij langs de overige winkels en tikten hier en daar een ruitje in, intussen brievenbussen opblazend. Het jaar daarop vormden enige winkeliers een knokploeg.
Het gemeentebestuur greep in. Kerstbomenjacht werd verboden. Officiële plaatsen voor de verbranding werden aangewezen. Het werd rustiger op de Laan.
Nu, 2006, op de Jan Luykenlaan vier mini-vuurtjes gesignaleerd. Af en toe een vuurpijltje en geen handenschuddende buren meer.

Klaziena Veen