Haagse Herinneringen

Oorlogsherinneringen | Het toiletbezoek

 1943, denk ik dat het geweest is. De Duitsers zouden een razzia houden. Dat gebeurde in de hele stad, maar op een dag waren wij in de Rederijkersstraat aan de beurt. De meeste mannen waren vertrokken. De jonge mannen werden gedwongen naar Duitsland te gaan om te werken. De oudere mannen boven de 45 die zonder werk waren, werden in Nederland tewerkgesteld.


Bij ons was niemand te vinden: mijn vader was al door de Duitsers opgeroepen om te werken. Hij moest loopgraven helpen graven in Utrecht. Mijn oudste broer was ondergedoken bij familie in Halfweg, bij Amsterdam. We hadden wel een paar schuilplaatsen, op een klein zoldertje en onder de vloer van de keuken. Mijn vader had daar een gat in de vloer gemaakt vlak bij de buitendeur en wat grond uitgegraven, zodat in geval van nood er toch een schuilplaats was. Maar die plaatsen waren erg gevaarlijk. Je hoorde namelijk ook dat ze bij huiszoekingen door de plafonds schoten of in de vloer.


Bij ons was als gezegd niemand te vinden. Op naar de volgende deur in de Rederijkersstraat, de familie v.d. Broek. Twee soldaten in vol tenue kwamen het huis doorzoeken. Ook daar vonden ze niemand, maar één van de soldaten had hoge nood en vroeg of hij naar het toilet mocht. Natuurlijk mocht dat. Alles wat maar enigszins in de weg mocht zitten, werd op de trap tegenover  de wc gedeponeerd. De buurvrouw stond te bibberen als een riet, want daar lag de hele santenkraam: alle wapens die zo'n soldaat bij zich had. En dan te weten dat haar man wél in zijn schuilplaats onder de keukenvloer zat.
Dat niet alleen de soldaat opgelucht was na dit bezoek laat zich raden. Het verhaal werd in de hele buurt rondverteld. Want hieruit bleek maar weer eens dat die Duitsers ook gewone mensen waren die hun werk moesten doen, ook al hadden ze hier misschien helemaal geen zin in.                 

Wil Stam