Haagse Herinneringen

Ypenburg vertelt | 22 Jaar knokken voor een plekje

 

KENNISMAKING MET YPENBURG 
Mijn vroegste herinnering aan Ypenburg is mijn eerste bezoek aan de luchtverkenners op de Vliegbasis Ypenburg. Ik was van mijn oude scoutinggroep in het centrum van Den Haag, overgestapt naar de Van Weerden Poelmangroep. Hoewel mijn onderdeel op boerderij Vlietzigt haar onderkomen had, werd ik toch een keer uitgenodigd om op Ypenburg te komen kijken.Eind zomer 1974 was ik uitgenodigd om de senioren van de Van Weerden Poelmangroep te komen bezoeken. Ik werd aangemeld bij de wacht. Na inlevering van mijn legitimatie kreeg ik een basispas. Via een kronkelend weggetje kwam ik langs verschillende gebouwen en reed door bosschages en een tijdje langs een taxibaan. Er waren geen vliegtuigen te zien. Ik kwam uiteindelijk uit bij een stel oude barakken, de F7 en de G1, en daar stond het enige vliegtuig, de Harvard. Dat hadden de luchtscouts van de Luchtmacht te leen. Ik vond de barakken armoedig en stoffig. Er stonden oude petroleumkachels. In de loop van 1976 moesten de junioren van Vlietzigt weg en kwamen zij in de twee barakken op Ypenburg. Ze waren dan wel oud, maar toch was het heerlijk om er te zijn. De luchtverkenners konden zich fantastisch buiten vermaken en binnen was ruimte genoeg voor modelbouw en andere activiteiten. De luchtverkenners waren trots dat zíj een toegangspas voor de Vliegbasis Ypenburg hadden en vele andere leeftijdsgenoten niet. 

 

 

NIEUWE START OP YPENBURG

In 1978 vertrok ik wegens studie van de scouting. Ik zou in 1984 door hen worden teruggevraagd voor assistentie bij hun zomerkamp. In het voorjaar van 1984 bracht ik dus weer een bezoek aan Ypenburg en zag tot mijn verbazing wat een mooi clubhuis zij daar in de tussentijd hadden neergezet. Ik was gelijk weer verkocht. In die omgeving en met de mensen was het prettig weer met scouting bezig te zijn. Wat was er gebeurd in de tussentijd? De oude barakken zijn in 1980 zowat uit eigen beweging ingestort. Nadat alle spullen waren verwijderd, kon de sloop verdergaan. De luchtscouts vertrokken naar een kelder in Mariahoeve. Onderwijl is gediscussieerd over de voortgang van de groep. Het aantal leden was laag. Tot er een voorstel kwam dat zij een oude directiekeet konden overnemen. Als zij die op Ypenburg zouden mogen plaatsen, dan was een groot probleem al gauw verholpen. De toestemming kwam los en ook de bouwvergunning (Leidschendam). De barak is met eigen kracht geheel herbouwd en tijdens de jaarwisseling van 1983-1984 is de groep, nadat de huur van de kelderruimte in Mariahoeve was opgezegd, definitief verhuisd naar vliegbasis Ypenburg.Ik heb mij in 1984 weer aan de Van Weerden Poelmangroep verbonden. Samen met andere leden van de leiding hebben wij ons als doel gesteld weer een levensvatbare groep te worden.Jaren gingen voorspoedig voorbij.

 

 

EERSTE BEDREIGING: GAVI 
In 1987 ging ik me zorgen maken over de plannen voor een Geïntegreerde Afvalverwerkingsinstallatie (GAVI) die langs de A4 zou komen, precies waar onze luchtscouts rustig konden modelvliegen. Mijn keuze was simpel: eropaf, tegenhouden dat plan! Op een doordeweekse avond in januari 1988 zat ik in een voormalig schoollokaal in een welzijnsgebouw te Rijswijk. Veel dames en enkele heren zaten in een kring bijeen. In de loop van de avond werd mij duidelijk dat mijn aanwezigheid zeer op prijs werd gesteld. Omdat ik een jonge man was, maar ook omdat mijn scoutinggroep en de andere modelvliegers echt slachtoffers zouden worden van de komst van GAVI. Ik ben lange tijd betrokken geweest bij de actieclub: ‘Stop Vuilverbranding op Ypenburg’. Het waren interessante avonden met felle discussies over hoe we de boze bestuurswereld konden bedwingen. Of het alleen aan ons heeft gelegen weet ik niet, maar de GAVI is er nooit gekomen, formeel omdat de afvalstroom minder groot zou zijn dan voorzien, officieus wegens onze berichten over de uitstoot van dioxine.

 

YPENBURGSE CLUBS VERENIGEN ZICH
Terwijl ik actief was in de anti-GAVI-club ontstond onrust over de toekomst van Ypenburg en het voortbestaan van de clubs die gebruikmaakten van het vliegveld. In juni 1989 is de VRIJ opgericht: Verenigde Recreanten Ypenburg. Hiervan waren lid: twee zweefvliegclubs, drie modelvliegclubs, één luchtscoutinggroep en één visclub. VRIJ kwam regelmatig bijeen en besprak lopende zaken en de toekomst. Allengs werd duidelijk dat de Koninklijke Luchtmacht na de val van de Berlijnse Muur en wegens bezuinigingen in 1991 Ypenburg zou gaan verlaten en dat de vliegbasis daarna waarschijnlijk definitief zou sluiten. Den Haag was met plannen gekomen om de randgebieden om Den Haag vol te bouwen; Ypenburg hoorde daar ook bij. VRIJ kwam klem te zitten tussen de belangen van de eigen achterban, de wens voor woningen en de bezuinigingen bij Defensie. Verwoede pogingen aandacht voor onze zaak te krijgen hebben weinig effect gehad. Als scoutinggroep waren we in de gesprekken de kleine jongen, niet qua woord maar qua belang. We konden in een nieuwe woonwijk wel een plek krijgen voor onze activiteiten. Onze groep vloog en vliegt nog steeds met lijnbestuurde motormodelvliegtuigen. We leggen beperkt beslag op de openbare ruimte en er zijn geen eisen voor het gebruik van het luchtruim. Met dat verhaal in gedachten heb ik lokale politici in Rijswijk die ik nog kende uit de GAVI-tijd benaderd met de vraag of zij iets voor ons zouden kunnen betekenen. Niet dat ze gelijk met alternatieven aankwamen, maar ik ervoer de reacties als meelevend en geïnteresseerd. Het lobbywerk in Rijwijk zou tot 2002 een van mijn belangrijkste activiteiten zijn en lang niet altijd onplezierig.

 

SLUITING VLIEGBASIS
In september 1991 sluit de Koninklijke Luchtmacht vliegbasis Ypenburg. Een indrukwekkende gebeurtenis, waarvan de piepende katrollen in de vlaggenmast mij nog zeer na bijstaan. Bijzonder is dat door onze oplettendheid de oude vlaggenmast nog steeds in de nieuwe wijk Ypenburg staat en wel voor het clubhuis van de scouting.Na de sluiting ondernamen wij met VRIJ nog heftige pogingen, tot rechtszaken aan toe, om de recreatieve luchtvaart op Ypenburg een plaats te laten houden. Half december 1992 kregen we het verzoek ons scoutingclubhuis voor eind januari 1993 af te breken, af te voeren en de grond schoon op te leveren. Op onze locatie moesten de munitiebunkers voor TNO worden gebouwd. In ons huurcontract stond dat onder de Domeinen de Staat der Nederlanden het recht had ons binnen een maand huur op te zeggen zónder schadevergoeding. “Dit wordt oorlog”, dachten wij. En dat werd het. Als het oorlog is, dan spelen wij graag mee, maar dan wel op papier, was ons idee. De eerste brief ging uit naar de staatssecretaris van Defensie, andere brieven gingen naar de besturen van de betrokken gemeenten. En natuurlijk zetten we alles breeduit in de krant. Het had effect. Na enige gesprekken konden wij met onze groep in het voorjaar van 1993 verhuizen naar de voormalige brandweerkazerne van de vliegbasis. Een groot gebouw, met garageruimte voor acht vrachtwagens, een tennisbaan naast de deur, een sporthal en een sportveld. Wat een surprise voor onze luchtscouts.

 

SLOOP GEBOUWEN VLIEGBASIS
Tegen de zomer van 1995 kregen we te horen dat de brandweerkazerne gesloopt werd, net als alle militaire panden op Ypenburg. We moesten zelf maar zien wat we deden. Weer tijd voor actie, via gesprekken, krantenartikelen en zelfs demonstraties. Op 23 juni 1995 stonden scouts met borden en spandoeken de leden van het bestuurlijk overleg Ypenburg op te wachten. ’s Morgens vroeg hadden we onze Starfighter, voorzien van drakentanden, op het luchthavenplatform gezet. De bestuurders stonden zo klem tussen demonstrerende scouts en een jachtvliegtuig. De ludieke actie viel in goede aarde, maar een antwoord kregen we niet direct. Twee weken later stond het hele parkeerterrein van het gemeentehuis te Rijswijk vol demonstranten en vliegtuigen. Er werd gedemonstreerd tegen bezuinigingen op de welzijnsbegroting en tegen het gedwongen vertrek van de recreanten op Ypenburg. In de loop van augustus kregen we uitsluitsel dat we tot 1 januari 1997 de groep in het lege gebouw van de Nationale Luchtvaartschool mochten onderbrengen. Het NLS-gebouw is het dubbele etagegebouw aan de noordzijde van het Luchthavengebouw.We waren weer een stap verder.

 

 

 

 

GEVECHT OM RUIMTE
In het NLS-gebouw, dat we de Witte Raaf hebben genoemd, zijn we weer met frisse moed begonnen om het gebouw leefbaar te maken. Het is een praktisch gebouw. Het had twee grote lokalen en meerdere andere ruimten. Pas na de grote opruiming bij ons vertrek uit de brandweerkazerne konden we al onze bezittingen kwijt. De Starfighter kreeg achter het gebouw een plek. In de volgende periode, 1996-1997, zijn de bestemmingsplannen ontwikkeld voor Ypenburg. Voor zover het ons belang aanging hebben wij de plannen geamendeerd.Op 1 januari 1997 zou de Dienst Domeinen namens de Staat der Nederlanden Ypenburg overdragen aan het Samenwerkingsverband Ypenburg. Ons huurcontract met Domeinen verliep op die datum. Aanleiding voor mij om tijdig te onderzoeken of het samenwerkingsverband Ypenburg het huurcontract met ons zou willen overnemen.Het informatiecentrum Ypenburg groeide uit zijn jasje; steeds meer makelaars wilden op Ypenburg een kantoor hebben. Hierdoor werd de druk op het projectbureau Ypenburg groter, die een oplossing zag in uitbreiding richting het NLS-gebouw waar de scouts zaten. En zo geschiedde.Eind 1996 stelden wij enkele kamers beschikbaar aan het projectbureau en deelden sindsdien onze vergader- en ontmoetingsruimte. De bestuurders van het Bestuurlijk Overleg Ypenburg (BOY) hielden er hun vergaderingen. Er kwam een ingewikkelde constructie van medegebruik van onze ontmoetingsruimte en keuken. Elke zaterdagochtend konden we de restjes van een week vergaderen wegwerken. We hadden het ervoor over. Doordeweeks ambtenaren en wethouders over de vloer, in de weekenden scouts, het bleek elkaar niet te bijten.In de loop van 1997 bleven wij in gesprek met onze nieuwe huisbaas. We wilden ook na 1997 zekerheid. Terwijl de plannen voor Ypenburg duidelijker werden kon ook beter gekeken worden of wij als scouting ergens een plek konden krijgen.Even verder van het Luchthavengebouw stond verscholen in het groen een huisje. Het Luchthavengebouw en de zogenaamde portierswoning zijn op verzoek van Rijswijk als    Rijksmonument aangewezen. BOY zat met het huisje in zijn maag. Ze hadden daar geen oplossing voor en dachten dat scouting dit wel een mooie plek zou vinden als clubhuis. Het huisje vonden we te klein. Met aanbouw zou het wel een oplossing zijn. Maar was dat wel toegestaan? We hebben een bevriende ouder als architect aangetrokken en na overleg met de gemeente Rijswijk werd duidelijk dat we konden aanbouwen als we rekening hielden met enige separatie tussen oud- en nieuwbouw. Het eerste bouwplan is daarna gemaakt. Ondertussen had het projectbureau meer ruimte in ons gebouw nodig. Ze wilden dat wij de hele eerste etage vrijmaakten. Ze stelden daar wel een barak in de tuin tegenover. We hadden weinig keus, maar probeerden er zoals altijd het maximale uit te halen. In januari 1998 stond de barak vóór het NLS-gebouw; de eerste etage konden wij toen ontruimen.

 

OPLOSSING IN ZICHT: HET HUISJE
In 1998 kwam de definitieve doorbraak: we kregen het huisje ter beschikking met de barak als extra ruimte voor de activiteiten. De barak zou daarvoor worden uitgebreid met een sanitaire unit en een berging. Het volledig uitgewoonde huisje (vandalen en ME) is door het projectbureau gerestaureerd. De binnenkant hebben wij zelf opgeknapt. Het huisje is weer wit geverfd en stond erbij als een parel in een woest landschap. De geluidswal zou twee jaar later worden aangelegd. In oktober 1999 is het clubhuis door de Rijswijkse wethouder Jense geopend, die ik gelijk de vraag voorlegde wanneer het ons toegezegde mooie grasveld er zou komen. Hij kon dat nog niet met zekerheid zeggen. We hadden weer een belangrijke stap gezet, maar waren er nog niet.

 

ANNEXATIE (1997-2002)
In 1997 begint de discussie over de annexatie door Den Haag van grote delen van Rijswijk, Voorburg en Leidschendam. Discussies hierover op Ypenburg beginnen als de eerste grote groep bewoners er in 1998 komt wonen. Zelf ben ik actief lid geworden van de Rijswijkse Anti-Annexatiebeweging. Ik heb deelgenomen aan de denktank die plannen moest uitwerken hoe de annexatie was tegen te gaan en welke argumenten daarvoor te gebruiken waren. Ook zat ik in de ‘Werkgroep 10%’. We verzonnen allerlei plannen om meer mensen (dan 10%) te laten wonen in de gebieden die men wilde annexeren, zodat die gebieden niet geannexeerd konden worden. Een gezellige club van omwonenden van Ypenburg.Ondertussen waren wij met scouting een nieuwbouwplan aan het uitwerken. Een compact gebouw aan het huisje met een overdekte speelruimte. Het is 2001. De geluidswal ligt er eindelijk, de weg van het ILSY-plantsoen wordt aangelegd. De scoutinggroep is uitgebeid met landscouts.De politiek heeft na een spannende strijd zeer teleurstellend besloten dat Ypenburg en andere gebieden naar Den Haag overgaan. De bewoners die actie tegen de annexatie hebben gevoerd zijn boos en verslagen. 1 januari 2002 gaat Ypenburg over naar Den Haag. De wereld staat dan wel even voor je stil.

 

 

NIEUWBOUW MULTIFUNCTIONEEL JEUGDCENTRUM AAN HET ILSY-PLANTSOEN (2003-2007)


Op basis van het tweede nieuwbouwplan van de scouts zijn contacten ontstaan met de Rijswijkse kinderopvang die op zoek was naar geschikte ruimte voor buitenschoolse opvang. Vrij snel kwamen we tot elkaar en hebben in een intentieverklaring uitgesproken te onderzoeken of we tot een samenwerking konden komen ten aanzien van huisvesting. Tijdens de uitwerking is ook de Stichting Woonformatie Ypenburg (Vestia Nootdorp) erbij betrokken geraakt alsmede een balletstudio. In september 2003 is door de vier organisaties een intentieverklaring getekend om de bouw van een multifunctioneel jeugdgebouw te realiseren. De bouwplannen zijn door Scala-architecten en Ceres-projecten verder uitgewerkt en eind 2003 bij de gemeente ingediend. Het heeft tot april 2006 geduurd voordat alle problemen rond luchtkwaliteit en de afstand tot de rijkswegen waren opgelost. Pas in mei 2006 gingen de heipalen de grond in. Gedurende de bouw ben ik bijna elke dag op de bouwplaats geweest en heb foto’s van de voortgang gemaakt. In januari 2007 is de nieuwbouw opgeleverd. Naast het witte huisje is een nieuw gebouw opgetrokken dat rood-wit gestreept is. Een glazen corridor verbindt oud- met nieuwbouw. In de loop van januari 2007 trokken de scouts in het nieuwe gebouw. Zij hadden ruim een jaar in een kleine houten barak de bouwperiode overleefd. In het voorjaar kwam de buitenschoolse opvang erbij en kon het gebouw worden geopend.

 

DE HELIHAVEN OP YPENBURG (2006-2008)
Eind 2005 kwamen er plannen voor een helihaven op Ypenburg in de pers. Bij nadere bestudering bleken de helikopters over ons nieuwe gebouw te gaan vliegen. Dat zou voor de buitenschoolse opvang een drama zijn. Zij zouden niet meer in het gebouw kunnen functioneren wegens de geluidsoverlast en onveiligheid. Voor scouting zouden er geen grote problemen zijn, omdat de helivluchten vooral doordeweeks zouden plaatsvinden. Grote weerstand kwam er van de bewoners van Ypenburg. We hebben ons steentje bijgedragen door complexe berekeningen te maken voor de veilige vluchtroutes van de heli’s. Daarmee toonden we aan dat de helikopters recht over ons gebouw moesten vliegen als zij aan de formele regels zouden voldoen. Een bizar idee dat wij een nieuw multifunctioneel jeugdgebouw aan het bouwen zijn en iemand daar met helikopters overheen wil gaan vliegen. Hoe verzin je het.Eind 2008 kwam het verlossend woord: de provincie Zuid-Holland had besloten om hun richtlijnen aan te passen, waardoor binnen een straal van 500 meter vanaf woningen geen helihaven mag komen. De helihaven in de tuin van het luchthavengebouw is daarmee van de baan. Een nieuwe poging wordt nu gedaan om in de oksel van het Prins Clausplein op het terrein van de GAVI een tijdelijke helihaven te realiseren. Wij konden in ieder geval weer opgelucht ademhalen.

 

 DE HONDENCLUB (2007-2010)
Op 5 december 2007 kregen we te horen dat de gemeente Den Haag het plan had ontwikkeld naast ons clubhuis op ons grasveld en het laatste stukje voormalige Rotterdamseweg een hondenclub te vestigen. De hondenclub moest worden uitgeplaatst van een terrein in Wassenaar, waar de nieuwe ambassade van de Verenigde Staten van Amerika moest komen.  Het aardige stukje ‘wild’ groen was deels in gebruik om te spelen en te modelvliegen en deels als verhard speelveld voor de buitenschoolse opvang en scouting. Ondanks protesten van de kinderopvang en scouting heeft de gemeente toch gemeend het hondentrainingsveld daar te moeten aanleggen. We zijn wat harder gaan protesteren tegen het feit dat ons grasveld voor de helft werd ingepikt en daardoor onbruikbaar zou zijn voor spelen en vooral modelvliegen. Dat zou een aantasting zijn van het wezen van onze luchtscoutinggroep. Met het projectbureau Ypenburg hebben wij in het verleden afspraken gemaakt over het gebruik van dit gebied. Na veel gesteggel en tegenwerking heeft na bemiddeling van wethouder Dekker de gemeente ingestemd met de aanleg van een nieuw grasveld achter het clubhuis. Omdat de geluidswal daar al de hoogte ingaat is een verhoogd plateau aangelegd. Het gras is laat in oktober 2009 ingezaaid. Maar door het droge voorjaar groeit het gras niet. Bordjes met ‘Pas gezaaid gras’ voorkomen niet dat mensen met honden over het maagdelijke veld lopen. We moeten afwachten of het ‘biljartlaken’ zich tijdig herstelt en het uiteindelijk een ideaal speel- en modelvliegveld voor ons wordt.De hondenclub heeft na de lange vorstperiode lang moeten wachten op de bouw van zijn clubhuis en de aansluitingen op de nutsvoorzieningen. Hun veld ziet er prachtig uit. Wij ondervinden nog weinig overlast. We hopen dat de samenwerking nog lang mag duren.
Van 1988 tot en met 2010: 22 jaar lang knokken voor het behoud van een plekje voor mijn scoutingclub op Ypenburg. Een intensieve periode van lobbywerk en actievoeren.       

 

De vlaggenmast weer terug!

 

Veel mensen ontmoet en bij vele activiteiten betrokken geweest. De schets van 22 jaar knokken is slechts een selectie van al mijn ervaringen op Ypenburg. Ik ben tevreden over de resultaten. Ik hoop alleen dat de volgende periode rustiger verloopt en ik mijn energie in een beperkter aantal projecten kan steken.


Henk Kronenberg