Haagse Herinneringen

Suriname, herinneringen en afscheid | Ik was een meisje met lange nagels

In Suriname was ik als jonge vrouw heel zelfstandig, ik was de jongste uit het gezin en had nog twee zussen en een oudere broer. Na de Katholieke basisschool mocht je als meisje niet verder studeren. Je ging trouwen en daarna kreeg je de zorg voor de kinderen en het huishouden. Maar ik wilde niet in huis werken. Als zeventienjarige had ik de wens om typiste te worden. Van mijn vader mocht ik typelessen volgen en steno leren. Mijn droom kwam uit, ik kreeg een baan als typiste bij de Curaçaose Handels Maatschappij (CHM). Ik zag er heel mooi uit, als een moderne vrouw en had prachtige lange rode nagels. Ik heb daar zelfs mijn man ontmoet. Ja, daarom wilden mijn ouders niet dat ik daar ging werken. Ik zei hem eerst maar eens langs ons huis te lopen, zodat mijn moeder hem alvast kon zien. Daarna kwam hij "op zicht" en ging praten met mijn vader. Hij mocht bij ons thuis komen en na een jaar, toen ik negentien was, zijn we getrouwd.

Op mijn twintigste werd ik zwanger, maar ik wist van niks. Nou ja, toen ik zwanger was vertelde een vriendin mij iets. Ik was bang voor de bevalling en dacht: "oh, nu gaat mijn hele buik open". Bij de Soeurs van Rozendaal op de basisschool werden de jongens en meisjes altijd gescheiden, vandaar, er werd nergens over gesproken.

Ik was als stadsmeisje opgegroeid in Paramaribo en verhuisde na mijn huwelijk naar mijn schoonfamilie aan de Kwattaweg, op het platteland. Daar moest ik alles doen in huis. Mijn schoonmoeder had veertien kinderen en leerde me alle huishoudelijke werkzaamheden zoals eten koken in gietijzeren potten op houtvuur en wassen op een wasbord, zo kreeg ik zwarte nagels Ze vond me lui, toch ben ik er tien jaar gebleven. De kinderen gaven mij de kracht. Als ik daar nu aan terugdenk, vraag ik me af waarom ik niet ben weggelopen, maar ja dat was een schande voor je ouders: een gescheiden vrouw was een slechte vrouw. Mijn man reisde dagelijks met de bus naar Zanderij waar hij luchtverkeersleider was.
 
Als ik op bezoek wilde bij mijn ouders moest ik eerst toestemming vragen aan mijn man en hij op zijn beurt weer aan zijn ouders want er moest immers vervanging komen voor het huishoudelijke werk dat ik deed. Na het overlijden van mijn vader kregen we zijn huis. Met het hele gezin verhuisden we uiteindelijk naar Paramaribo.

 
Familiefoto 



Tot lang na de onafhankelijkheid ben ik in Suriname blijven wonen. Eén zoon van mij is daar overleden, kort nadat ik hoorde dat ik borstkanker had. Dat was de reden dat ik in 1999 naar Nederland ben gekomen. Kanker was een taboe in Suriname, de artsen vertelden je dat je een soort ontsteking had. Ze kennen geen kanker en ze willen het ook niet kennen. In Suriname ben ik twee keer in twee weken geopereerd, de dertig bestralingen moesten in Nederland gebeuren, want daar hadden ze de apparatuur niet voor. Mijn man was inmiddels overleden en de kinderen die in Nederland woonden zeiden: "Kom maar hier voor de bestralingen, wij zullen goed voor je zorgen"

 
 Foto: In het Sarnamihuis

Naar Nederland
Zo vertrok ik naar Nederland voor de bestralingen. Doordat mijn man ambtenaar bij de luchtvaartdienst was kwam ik in aanmerking voor een regeling. Suriname en Nederland hadden een verdrag gesloten waardoor zieken die niet in eigen land behandeld konden worden naar Nederland mochten komen. Mijn huis, auto en erf heb ik verdeeld over mijn twee achterblijvende zonen. Alleen met mijn koffer, met niets, ben ik op het vliegtuig gestapt en werd opgevangen door mijn dochter in Voorburg. Iedere ochtend gingen we van daaruit naar het Westeinde ziekenhuis voor behandelingen. Er volgde een periode van aansterken en behandelen. Nadat ik een paar jaar bij mijn dochter had gewoond ben ik naar mijn jongste zoon in Leidschenveen gegaan. Zijn huis bood meer ruimte.


Later is er een gesprek gekomen met een mevrouw over de situatie, zij attendeerde ons op het verzorgingshuis Jonker Frans. In eerste instantie leek het mij helemaal niets, alleen in een woning. Ik wilde graag mijn kinderen om me heen hebben, maar wist ook dat het niet kon. Uiteindelijk ben ik verhuisd naar mijn nieuwe woning, de eerste nacht bleef mijn schoonzusje bij me slapen want ik was nog nooit alleen geweest. In het begin heb ik veel gehuild, voelde me verdrietig en eenzaam. Maar al snel veranderden deze gevoelens, in Nederland krijg je precies wat je nodig hebt: geld voor huur, de telefoon en verzekeringen. In de stilte van mijn huis heb ik de mogelijkheden van radio en de televisie ontdekt. Mijn kinderen komen regelmatig op bezoek en in Jonker Frans heb ik veel mensen leren kennen. Ik herken hun verhalen en heb plezier.

Ik ben anders tegen het leven gaan aankijken In de tijd dat ik hier woon heb ik zoveel gekregen van mijn kinderen en mijn zus, het is onvoorstelbaar "Je geeft met de ene hand en ontvangt met de andere zoveel.".

Mevrouw N. Nazir