Haagse Herinneringen

Scheveningen | Kuitziekharingoorlog op de Doggersbank

Eind augustus 1955 visten wij met de Sch72 op de Dogger op kuitziekharing. Kuitziekharing of paairijpe haring is geslachtsrijpe haring.Er waren daar wel 150 schepen: Hollanders, Fransen, Russen, Polen, Belgen en Duitsers. De echometer, een visvinder, had grote scholen haring waargenomen. Dit seinden de Hollandse vissers op de Visserijgolf via de 136 of 129 meterband aan elkaar door. Maar ook de Duitsers en de vissers van andere landen luisterden mee.



Deze visten dus ook op de opgegeven posities. De meeste Duitse trawlers hadden een groter motorvermogen dan de Nederlandse. Terwijl onze Sch 72 een vermogen had van 360 PK, viste de Duitse logger BX 102 uit Bremen met 600 PK. Deze Duitser probeerde ons weg te drukken naar bakboord. Daardoor kwam hij met zijn bakboordzijde tegen onze stuurboordzijde aan, waar ons sleepnet hing, met als gevolg: de visnetten van ons en de Duitser kwamen in de knoop.
Wij hadden door snel het vistuig op te winden het vistuig als eerste aan dek. Daardoor bleef ons vistuig heel.

Wij hebben nadat we onze vangst uit het net hadden gehaald ook het net van de Duitser geleegd en het, nadat wij de kabels en het kapotte vistuig hadden doorgehakt, aan de Duitser teruggeven. Deze begon te dreigen en te schelden, waarna onze schipper, Karel Blok, die in de Tweede Wereldoorlog veel had meegemaakt, in woede uitbarstte. Hij kwam van de brug naar het dek, pakte een dissel (een soort hamer voor de bewerking van haringvaten) en wilde op het andere schip overspringen om de Duitse schipper aan te vliegen. Zijn broer Willem, die twee meter lang was en 120 kilo woog, hield hem tegen.
De schepen gingen na het herstellen van het vistuig weer over tot de visserij.
Een paar weken daarna, wij lagen te vissen, kwam de BX 102 op ons afstomen. Karel Blok dacht: "Die komt ons rammen".

Maar de Duitser zette de motor op achteruit en kwam op bakboord langszijde. De bemanning vroeg ons een eind touw en een vismand over te gooien. Dat deden we. Wij haalden het touw en de mand weer naar ons toe en wat bleek, er zaten geen handgranaten van de Tweede Wereldoorlog in, maar twee pakken Sprits en twee flessen Schnaps. Dus je ziet, er waren toch nog goede Duitsers na de oorlog overgebleven.

Op 5 december visten we met de haringtrawler voor Dieppe, een Noord-Franse vissersplaats.
De windkrachtvoorspelling was 9 tot 10 Beaufort, dus de schipper besloot in Dieppe een veilig heenkomen te zoeken voor de storm. Nadat wij afgemeerd hadden in de buitenhaven meerde ook de BX 102 aan onze stuurboordzijde naast ons af...

Leen Rog