Haagse Herinneringen

Scheveningen | Monsterboekje



Ik wilde naar de visserij. Mijn ouders vonden het goed. Zij zagen wel in dat ik niet anders wilde. Mijn vader beloofde een paar laarzen en oliegoed voor me te regelen. Dat was nog niet zo gemakkelijk in die tijd, vooral omdat ik nogal klein was voor mijn leeftijd. Ikzelf ging een monsterboekje (zeemansboek) aanvragen, dus ik had aardig wat te doen. Het aanvragen begon op het stadhuis. Dat was toen nog in de Goudenregenstraat. Daarvandaan werd ik naar het politiebureau aan de Laan Copes van Cattenburch verwezen. Om te kunnen controleren of ik wat op mijn kerfstok had. Ze konden blijkbaar niets vinden, want ik was er snel klaar. Voor extra controle moest ik naar de Raamweg - ik dacht dat het Rijkspolitie was - en ook daar werd niets gevonden. Vervolgens moest ik naar de POD (politieke opsporingsdienst), ook ergens in de Raamstraat. Gelukkig had ik niets fout gedaan in de oorlog, dus was ik 'politiek betrouwbaar'.
Veertien dagen later kon ik mijn felbegeerde boekje gaan halen op de Koninginnegracht. Je voelt je met zo'n zeemansboek al een hele zeeman. Maar er kwam wel heel wat bij kijken eer ik kon zeggen dat ik zeeman was.

Kees Roos