Haagse Herinneringen

Het bombardement | Oorlog in het Bezuidenhout

Mijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog zijn vaag, omdat ik pas drie jaar was toen die uitbrak. Wij woonden in de Stuyvesantstraat bij het Eerensplein. Mijn vader was blokhoofd; wanneer er in de wijk iets gebeurde moest hij eropaf om eventueel hulp te bieden.

De laatste goudvis
Ik herinner me wel dat we honger hadden. Mijn vader had hongeroedeem. Hierdoor moest mijn moeder ervoor zorgen dat er eten op tafel kwam. Als zij met wat eten thuiskwam moest het snel verstopt worden, anders at mijn vader alles op. Ik werd er dikwijls met mijn jongere broertje op uitgestuurd om in de gaarkeuken eten te gaan halen. Halverwege gingen we op een muurtje zitten om uit te rusten. Het ergste was dat onze laatste goudvis werd gebraden, wat natuurlijk veel graten en weinig vlees opleverde.

'Hier heerst roodvonk'
Door de Duitsers werden razzia's gehouden. Bijna alle mannen werden naar Duitsland vervoerd om daar in de fabrieken te gaan werken. Mijn vader had op de deur een plakkaat opgehangen met de tekst: HIER HEERST ROODVONK. De Duitsers waren daar erg bang voor en lieten mijn vader met rust.

 
Het bombardement, H.B. Olierook


Schoenen van papierleer
Van het bombardement op 3 maart 1945 kan ik mij herinneren dat we gevlucht zijn naar Voorburg. Toen we bij de Juliana van Stolberglaan aankwamen waren er dikke rookwolken en veel stof.
Na 5 mei mochten we weer buiten spelen, maar we mochten niet in de buurt van de puinhopen komen. Dat was te gevaarlijk in verband met eventuele kelders die onder het puin lagen en dus onzichtbaar waren. Ook waren onze 'schoenen' van papierleer niet tegen spelen in het puin bestand. We deden het toch en ik kreeg hiervoor dikwijls een standje van mijn moeder. Mijn broer vertelde me laatst nog dat hij in de kelder bij Slootweg, op de hoek van de Theresiastraat en de Laan van NO-Indië, samen met mijn vader kikkervisjes heeft  gevangen.

Nettie Witte